Waarschuwingen
Waarschuwingen

Analyse van het jaar 2020

Het jaar 2020 was in Ukkel zonnig, vrij droog en recordwarm. We onthouden van het voorbije jaar vooral het zonovergoten en droog voorjaar, de intense hittegolf begin augustus en de hittedagen van midden september. 

  2020 Normalen
1981-2010
Record + Record -

Temperatuur
(°C)

12,2  10,5 11,9 
(2018)
7,0 
(1879)

Zonneschijn
-duur (uren)

1.838,7  1.544,6 2.151,0 
(1959)
 1.238,6 
(1981)

Neerslag
(mm en
 dagen)

731,9
(169 d) 

852,4 
(199 d)
1.088,5 
(2001)
266 d
(1974)

406,4 
(1921)
153 d
(1921)

 


 {jumi [staticfiles/climatology/annual_nl.php][2020]}


  1. De luchttemperaturen

2020 was met een gemiddelde temperatuur van 12,2 °C in Ukkel het warmste jaar sinds het begin van de waarnemingen in Brussel-Ukkel in 1833 (ref. periode 1981-2010: 10,5 °C). Het vorig record dateert uit 2014 en 2018 met een gemiddelde temperatuur van 11,9 °C. Het vierde warmste jaar wordt nu 2011 met een gemiddelde temperatuur van 11,6 °C, gevolgd door 2019 met een gemiddelde van 11,5 °C. Zeer opmerkelijk is dat de 5 warmste jaren uit de meetreeks zich allemaal situeren in de laatste 10 jaar! Het hoeft dan ook niet te verbazen dat de periode 2011-2020 het warmste decennium was sinds het begin van de meetreeks. 
Het gemiddeld maximum en minimum bedroeg in 2020 respectievelijk 16,1 °C en 8,1 °C. (ref. periode 1981-2010: 14,2 °C en 6,9 °C). Het gemiddeld maximum was recordhoog (het vorig record dateert uit 2018 met 16,0 °C), het gemiddeld minimum was nog één keer hoger, in 2014 met 8,5 °C.
Tabel 1 leert ons dat er het voorbije jaar geen koude kalendermaanden waren. Maart, mei, juli en oktober waren thermisch normaal, terwijl alle andere maanden (ruim) warmer verliepen dan gemiddeld.  
De maand februari 2020 stond samen met februari 2019 op de 5e plaats in de reeks van warme februarimaanden sinds 1833. April was de vierde warmste sinds 1833 (na april 2007, 2011 en 2018), augustus was samen met de oogstmaand uit 1911 de tweede warmste augustusmaand (na augustus 1997) en november was samen met november 1852 de vijfde warmste novembermaand. 

Het jaar ging van start met 2 zachte wintermaanden: de temperaturen lagen vrijwel aanhoudend boven het langjarig gemiddelde. 
Tussen 1 en 17 januari was het erg zacht, na de passage van een storing die op de 17e doorheen het land trok, kwamen wij in polaire lucht terecht zodat het in de loop van de dag afkoelde. De dagen nadien werd ons weer bepaald door een krachtig hogedrukgebied dat zich verplaatste van de Britse Eilanden naar Centraal-Europa en kwamen de temperaturen op een normaal niveau te liggen voor midden januari, tussen de 23e en 25e was het zelfs eerder koel met op de 24e maxima tussen 0 °C en 3 °C (Ukkel: 1,6 °C). Er was ook nachtvorst tussen de 18e en de 25e met in Ukkel een minimum tot -2,4 °C op de 21e. Op de 22e bereikte het minimum in Elsenborn -9,2 °C, in Bièvre -7,1 °C en in Dourbes -7 °C. Vanaf de 26e nam de invloed van het genoemd hogedrukgebied af en werd ons weer bepaald door depressies met kern tussen Ijsland en de Britse Eilanden, met als gevolg hogere temperaturen. De hoogste temperatuur in januari werd gemeten in Bassevelde (Assenede) met 14,3 °C op de 9e.
In februari bleef het zachte weer aanhouden. Het was tijdelijk iets koeler van de 5e t/m de 7e onder invloed van een anticycloon boven onze streken, in Ukkel daalde de temperatuur tot -0,9 °C in de nacht van de 6e op de 7e (de enige vriesdag van de maand hier), in Elsenborn was het minimum die ochtend -6,7 °C. Aan het einde van de maand kregen we een kleine winterprik tussen de 25e en de 28e. Anderzijds werd het bijzonder zacht op de 16e: aan de voorzijde van een koufront verbonden aan een diepe stormdepressie (Dennis) die zich uitdiepte en van Ijsland richting Skandinavië trok, werd zeer zachte lucht over onze streken aangevoerd. In Ukkel bereikte het maximum 16,6 °C, in Schaffen en Retie 17,7 °C, in Kleine Brogel en Diepenbeek 17,9 °C en in Kuringen 18,4 °C. Deze waarden werden bereikt ondanks het feit dat er veel bewolking was, de lucht werd immers met een enorme snelheid aangevoerd en had de tijd niet om af te koelen. In de late namiddag en vooravond trok het koufront doorheen ons land en daalden de temperaturen in enkele uren met zo'n 7 °C à 8 °C: zo was het in Ukkel om 18 uur 16,5 °C, om 20 uur nog 8,1 °C. 
De eerste lentemaand verliep thermisch vrij normaal waardoor de gemiddelde temperatuur van maart vrijwel gelijk was aan deze van februari (7,1 °C in maart tegenover 7 °C in februari). Een paar keer werd het erg zacht in maart: op de 11e bereikten de maxima 13 °C tot 15 °C, op de 18e haalden we 16 °C à 17 °C op verschillende plaatsen (Ukkel: 16,7 °C, Kleine Brogel: 17,7 °C, Koersel: 18,1 °C). Tijdens de derde decade werd het 's nachts koel met nachtvorst op vele plaatsen (de gemiddelde minimumtemperatuur was 0,8 °C in Ukkel over deze periode, lager dan in alle eerdere decades van 2020). Op de 30e was het minimum in Koersel -4,1 °C, in Kleine Brogel -4,4 °C in Elsenborn -6,9 °C en in Neidingen (Sankt-Vith) -7,9 °C. Eind maart was het ook overdag vrij fris met maxima vaak onder 10 °C. Op de 29e werd het in Ukkel op het warmste moment van de dag 6,8 °C, in de hoogste delen van het land 1 °C tot 3 °C (Mont Rigi: 0,7 °C).
Begin april bleef het aanvankelijk nog fris met nachtvorst op vele plaatsen (in Elsenborn was het minimum -7,6 °C op de 1e en de 2e) maar vanaf de 4e werd gevoelig warmere lucht aangevoerd tussen een hogedrukgebied over Centraal- en Oost-Europa en depressies op de Oceaan zodat wij op de 5e op verschillende plaatsen de eerste warme dag van het jaar beleefden (Max >= 20 °C). Op de 2e was het maximum in Ukkel nog 9,5 °C, maar op de 5e steeg de temperatuur tot 22,4 °C. Dit was meteen het begin van een langere warme periode met van de 5e t/m de 12e dagelijks meer dan 20 °C op veel plaatsen. De 8e was de warmste dag uit de periode met in Ukkel een maximum van 24,1 °C. In het land stegen de temperaturen op 8 april voor het eerst dit jaar boven 25 °C: in Deurne werd het 25 °C, in Melle 25,1 °C, in Kleine Brogel 25,2 °C en in Dourbes 25,3 °C. Na de passage van een koufront op de 13e kwamen we tijdelijk in gevoelig koelere lucht terecht, op de 12e werd het in Ukkel nog 23,4 °C, op de 14e slechts 10,6 °C. Nadien werd het terug warmer en echt koude dagen kregen we niet meer in de rest van de maand.
Doordat het dikwijls warm was voor de tijd van het jaar, lag de gemiddelde temperatuur in april met 12,6 °C ruim boven het langjarig gemiddelde (9,8 °C over de ref. periode 1981-2010), het was de vierde warmste aprilmaand sinds 1833 na april 2007 (14,3 °C), april 2011 (14,1 °C) en april 2018 (13,0 °C). Wat ook opvalt, is dat de afwijking van de gemiddelde maximumtemperatuur een stuk groter is dan deze van de gemiddelde minimumtemperatuur. Het gemiddeld maximum was in Ukkel 18,3 °C (ref. periode 1981-2010: 14,2 °C) en het gemiddeld minimum 6,7 °C (ref. periode 1981-2010: 5,3 °C). Dit kan verklaard worden door het zonnig en droog karakter van het weer waardoor het overdag flink kon opwarmen terwijl het 's nachts nog relatief goed kon afkoelen.
In de maand mei wisselden warme en koelere periodes elkaar af. Aan het begin van de maand was het nog relatief koel, vanaf de 5e schoof een hogedrukgebied over Schotland en de Noordzee stilaan verder oostwaarts, enkele dagen later diepte een depressie zich uit ten westen van Portugal, tussen beide systemen bereikte ons warmere lucht met op de 9e maxima in de buurt van 25 °C (Ukkel: 24,7 °C, Koersel: 26,1 °C). Tussen de 11e en de 16e bevonden we ons in gevoelig koelere lucht: tussen de 11e en 13e haalden de maxima slechts 12 °C à 13 °C (Op de 11e was het maximum in Ukkel 12,4 °C, in Mont Rigi 8 °C). 's Nachts koelde het flink af met op een aantal plaatsen nachtvorst: zo was het minimum op de 12e -1,3 °C in Genk, -2,9 °C in Mont Rigi en -3,2 °C in Saint-Hubert. Op de 16e was het minimum in Elsenborn -3,6 °C. Dit zijn erg lage waarden voor midden mei, op een aantal plaatsen werden zelfs recordlage waarden genoteerd. 
Vanaf de 18e werd het opnieuw warmer en tijdens de rest van de maand bleven de temperaturen op een behoorlijk niveau, de 21e mei was de warmste dag van de lente met maxima tussen 27 °C en 29 °C op vele plaatsen (Lichtervelde: 29,9 °C, Koersel: 29 °C, Hastière: 28,6 °C, Passendale: 28,7 °C). Het maandgemiddelde voor mei lag met 14,2 °C iets boven het langjarig gemiddelde (ref. periode 1981-2010: 13,6 °C). Wel is het zo dat het gemiddeld maximum hoger lag dan normaal en het gemiddeld minimum lager was dan normaal, de temperatuuramplitude's waren dus - net als in de maand april - erg groot, opnieuw te verklaren door het droge en vaak helder weer.
De lente als geheel was warm met een gemiddelde temperatuur van 11,3 °C in Ukkel (ref. periode 1981-2010: 10,1 °C).

De eerste zomermaand juni was warmer dan gemiddeld: de maand ging van start met hoge temperaturen, maar vanaf de 3e bereikte koudere lucht geleidelijk aan onze streken wat een koele periode inleidde die zich verderzette tijdens de eerste decade. Op de 2e haalde het maximum in Ukkel nog 27,6 °C, op de 4e slechts 14,5 °C. Tussen de 5e en de 7e lagen de minima vaak beneden 10 °C, en in de Ardennen waren dat minima lager dan 5 °C (Gouvy: 1,9 °C op de 6e). De tweede decade verliep een stuk zachter, maar de warmste dagen kregen we in de laatste 10 dagen van de maand. Vanaf de 23e trok een hogedrukgebied vanover onze streken naar Skandinavië en werd steeds warmere lucht naar ons land aangevoerd: van de 23e t/m de 26e lagen de maxima op veel plaatsen (ruim) boven 25 °C: op de 24e bereikten de temperaturen op meerdere plaatsen meer dan 30 °C, ook aan de kust met 30,1 °C in Koksijde en 30 °C in Middelkerke (in Ukkel net niet met 29,7 °C). Ook op de 25e en 26e werd nog 30 °C bereikt in het land, maar op minder grote schaal. In Ukkel lukte geen enkele keer 30 °C, in Kleine Brogel bereikte het maximum op 24,25 en 26 juni achtereenvolgens 30,4 °C, 29,8 °C en 31 °C. 
Eind juni en gedurende een groot gedeelte van juli lagen de temperaturen rond het langjarig gemiddelde. Extreme hitte bleef uit (er kwam geen aanhoudende zuidelijke of zuidoostlijke luchtstroming op gang zodat zeer warme lucht uit Zuid-Europa onze streken niet kon bereiken). Op sommige dagen was het eerder vrij koel: zo was het maximum in Ukkel op de 16e 17,6 °C, in Mont Rigi en Saint-Hubert respectievelijk 13 °C en 13,1 °C. Ook 's nachts kon het soms behoorlijk afkoelen: op de 11e lagen de minima op veel plaatsen onder 10 °C (Koersel: 6,3 °C, Genk: 6,7 °C) en in de zuidelijke landshelft daalden de temperaturen tot beneden 5 °C (Elsenborn: 3,7 °C, Gouvy: 4,2 °C). Op andere dagen bereikte ons toch (tijdelijk) warmere lucht zodat de temperaturen hoger opliepen. Zo werd het op de 9e in de zuidelijke landshelft warm met maxima tot 26 °C à 27 °C. Ook op de 18e en 19e was het vrij warm met maxima tot 26 °C à 27 °C, ook op de 23e was het tijdelijk warmer en werden gelijkaardige waarden genoteerd. 
Aan het einde van de maand juli werd met een zuidelijke stroming hete lucht vanover Noord-Afrika via Spanje en Frankrijk naar onze streken gevoerd: het even extreem warm: op de 31e bereikten de temperaturen op vele plaatsen meer dan 35 °C: In Ukkel haalde men 36,5 °C, dit betekende voor Brussel-Ukkel de derde warmste dag sinds het begin van de dagelijkse gehomogeniseerde temperatuurmetingen in 1892. Nog warmer was het op 25 juli 2019 met 39,7 °C en op 27 juni 1947 met 36,6 °C. In het westen en zuidwesten van het land verliep de laatste julidag even warm of zelfs nog iets warmer dan in het oosten, omdat de warmste lucht zich bevond over het zuidwesten van het land. Zo werd het op 31 juli 35,9 °C in Koksijde en Middelkerke, 36,9 °C in Beitem en Chièvres en 37,1 °C in Passendale. Ook elders was het uiteraard warm met maxima boven 35 °C.   
Na een relatief koeler intermezzo begin augustus keerde de hitte terug: op de 4e stabiliseerde een wig van hogedruk de atmosfeer over onze streken, de dagen nadien ontwikkelde het hogedrukgebied zich over Skandinavië en de Baltische Staten waardoor bij ons steeds warmere lucht werd aangevoerd. Op de 5e werden al temperaturen tot boven 25 °C gemeten, de dagen nadien stegen de temperaturen vlot voorbij 30 °C, het betekende de start van een intense hittegolf. De 8e verliep extreem warm met maxima op verschillende plaatsen boven 35 °C: in Ukkel werd het met 35,9 °C de warmste augustusdag ooit (het vorig record voor een augustusmaand werd gemeten op 4 augustus 1990 met 35,3 °C). Elders in het land bereikten de temperaturen op een aantal plaatsen meer dan 37 °C op 8 augustus: zo werd het in Hérinnes 37,7 °C, in Korbeek-Lo 37,5 °C, in Begijnendijk 37,4 °C en in Koersel 37,3 °C. Ook de dagen die volgden verliepen bijzonder warm met maxima (ruim) boven 30 °C. Bovendien koelde het 's avonds en 's nachts slechts traag af, de minima die tegen de ochtend werden bereikt, lagen - zeker in de grote steden - boven 20 °C. Zo bedroeg het minimum in Ukkel op 9,10 en 11 augustus achtereenvolgens 21,1 °C, 20,6 °C en 21,6 °C. Elders werden nog hogere minima waargenomen: in de nacht van 8 op 9 augustus werd het in Bevekom niet kouder dan 23 °C, in Kleine Brogel was het minimum 22,8 °C en in Deurne 22,6 °C. Tot en met de 13e stegen de temperaturen op vele plaatsen tot (soms ruim) boven 30 °C, vanaf de 14e was het minder heet maar het bleef behoorlijk warm voor midden augustus. Op de 17e bereikte het maximum in Ukkel geen 25 °C meer, zodat de 16e de laatste dag was van deze hittegolf. De hitte keerde tijdelijk nog terug tussen de 19e en 21e: na de passage van een warmtefront in de nacht van de 19e op de 20e werd het op de 20e op veel plaatsen zelfs nog eens tropisch warm met 31,1 °C in Ukkel, 32,5 °C in Dourbes en zelfs 33,9 °C in Buzenol. Tijdens de laatste decade van augustus lagen de temperaturen meestal rond normaal of iets daaronder. 
Vooral de maand augustus heeft ertoe bijgedragen dat de zomer als geheel zeer warm is verlopen: de gemiddelde zomertemperatuur in Ukkel bedroeg 18,8 °C (ref. periode 1981-2010: 17,6 °C). Deze zomer komt hiermee op plaats 7 in de reeks van warmste zomers in Brussel-Ukkel sinds 1833. De warmste zomer blijft deze van 2018 met een gemiddelde temperatuur van 19,9 °C. 
De gemiddelde maandtemperatuur voor augustus lag met 20,9 °C bijna 3 °C boven het langjarig gemiddelde (ref. periode 1981-2010: 18 °C). Juni was een vrij warme maand, terwijl juli iets te koel eindigde: de eerste 20 dagen van juli was het over het algemeen relatief fris, de laatste dagen van de maand hebben ertoe geleid dat de gemiddelde temperatuur in juli nog dicht bij het langjarig gemiddelde lag. 

 

Begin augustus 2020: zonnig en warm zomerweer in de Semoisvallei in Bouillon
Foto: Koen Vandenbussche

September ging van start met vrij normale temperaturen, op de 13e en 14e kwam tussen een opbouwend hogedrukgebied over Centraal-Europa en een depressie over de nabije Oceaan een transport van zeer warme lucht op gang. Op de 14e resulteerde dit in maxima boven 30 °C: in Ukkel werd het 31,3 °C, in Koersel en Begijnendijk 32,6 °C en in Rutten 33,2 °C. Op de 15e september werd het zo mogelijk nog warmer met maxima tot 34 °C à 35 °C op verschillende plaatsen in het binnenland: in Ukkel bereikte het maximum 34,3 °C, in Begijnendijk 35,4 °C, in Rutten 35,2 °C en in Dilbeek 35,6 °C! Ook in Hoog-België werd het heet met maxima van 30,1 °C in Elsenborn, 30,5 °C in Saint-Hubert en 30,9 °C in Spa. 
Het werd nooit eerder zo warm zo laat in het jaar: de meest laattijdige datum waarop in Ukkel nog meer dan 30 °C werd gemeten, was tot voor kort 13 september 2016, toen werd 31,2 °C gemeten. Bovendien was 15 september 2020 met een maximum van 34,3 °C in Ukkel de warmste septemberdag sinds tenminste 1892! Het vorig record dateert van 4 september 1929 toen het 32,8 °C werd. 
Tijdens de tweede decade van september (11-20 september) was het gemiddeld maximum in Ukkel 25,8 °C. Sinds 1901 was deze waarde nog één keer hoger: in 1947 was het gemiddeld maximum over deze periode 27,1 °C.
Na de 20e bleef het aanvankelijk nog aan de vrij warme kant, vanaf de 24e kwam het weer onder invloed van lagedrukgebieden en brak een koeler tijdvak aan, zeker op de 25e en de 26e was het behoorlijk fris met maxima in Ukkel van respectievelijk 12,9 °C en 12,6 °C (ruim 20 °C kouder dus dan 10 dagen daarvoor!). 
Het relatief koel weer bleef aanhouden tijdens de eerste 20 dagen van de maand oktober, vooral wat meer uitgesproken tijdens de tweede decade dan: op de 16e was het maximum in Ukkel 10,7 °C, in de Hoge Venen werd het slechts 5 °C à 6 °C. De daaropvolgende nacht kon het door brede opklaringen vooral in het westen goed afkoelen: het minimum van de 17e was in Middelkerke 1,3 °C in Beitem 2,6 °C, in Ukkel was het minimum 4,4 °C. 
Vanaf de 20e werd het zachter: op de 21e oktober werd aan de oostelijke flank van een lagedrukgebied dat zich uitstrekte van de Britse Eilanden tot het Iberisch schiereiland zeer zachte lucht over ons land aangevoerd met maxima die tot boven 20 °C stegen: in Ukkel werd het 20,8 °C, in Schaffen 21 °C, in Luik-Monsin zelfs 22,4 °C. Ook de rest van de maand oktober bleef het mild, vooral aan het einde van de maand stegen de temperaturen opnieuw, op de 31e bereikten de maxima 16 °C à 17 °C, de eerste 2 dagen van november gingen de temperaturen in stijgende lijn met maxima op de 2e tussen 18 °C en zelfs 20 °C: in Ukkel werd het 19,9 °C, in Sint-Katelijne-Waver 20,2 °C, in Deurne 20,3 °C en in Poppel, Koersel en Blauberg zelfs 20,6 °C.
Na de passage van een koufront koelde het in de namiddag van de 2e stilaan af. Opvallend waren ook de recordhoge minima in de nacht van 1 op 2 november: in Ukkel werd het niet kouder dan 16,4 °C, in Beitem was het minimum 17,1 °C en in Deurne 17,4 °C. Op de 7e en de 8e was het nogmaals zeer mild met maxima tot 17 °C à 18 °C, en ook de rest van de maand bleef het zachte weer grotendeels aanhouden. Enkel aan het einde van de maand werd het tijdelijk kouder onder invloed van hoge druk over Skandinavië: op de 29e bereikten de maxima nog 3 °C à 4 °C terwijl dit de dag voordien nog 10 °C tot 13 °C was. De nacht van 29 op 30 november verliep koud in het oosten en centrum van het land: in het oosten vroor het matig met minima tot -6,1 °C in Koersel, -8,5 °C in Gouvy en -8,9 °C in Elsenborn (lokaal werden minima < -10 °C geobserveerd), in het centrum van het land kwam het tot lichte vorst (Ukkel: -1,5 °C) en in het westen van het land bleven de minima door de bewolking licht positief. 
De herfst als geheel was warm met een gemiddelde temperatuur van 12,3 °C (ref. periode 1981-2010: 10,9 °C) voornamelijk door de warme september- en novembermaand. 
Ook de laatste maand van dit uitzonderlijk warm jaar verliep verre van koud: in de eerste decade lagen de temperaturen vaak rond het langjarig gemiddelde, maar vanaf de 13e brak een zachte periode aan met maxima die steeds boven 10 °C uitkwamen in Laag- en Midden-België. In de nacht van de 21e op de 22e bereikte zeer zachte lucht ons land en stegen de temperaturen (in de loop van de nacht) naar waarden tot 13 °C à 14 °C in Laag- en Midden-België (rond middernacht in Ukkel 13,7 °C, in Sint-Katelijne-Waver 13,9 °C) en tot tussen 9 °C en 11 °C in Hoog-België. Deze zeer zachte luchtmassa (we bevonden ons aan de warme kant van een golvende storing in een warme sector) bleef het weer in ons land beïnvloeden tot en met de 23e. Op de 24e kwamen wij terecht in polaire lucht waardoor de temperaturen in de loop van de dag daalden, op de Hoge Venen daalde de temperatuur kort na de middag tot aan het vriespunt. Het was de start van een relatief koele laatste week van het jaar waarin de maxima meestal tot 5 °C haalden in de lage streken en tot rond het vriespunt in de Hoge Venen. Aangezien er vaak veel bewolking hing, koelde het 's nachts niet sterk af. 

Tabel 1 : gemiddelde maandtemperaturen (in °C) te Ukkel in 2020 (TT), de normaalwaarden (NORM : ref. periode 1981-2010) en de afwijking tov de normaalwaarden (δ)

2020

TT 

NORM 

δ 

jan 

5,9 

3,3 

+2,6 

feb 

7,0 

3,7 

+3,3 

mrt 

7,1

6,8

+0,3

apr 

12,6 

9,8 

+2,8 

mei 

14,2 

13,6

+0,6 

jun 

17,5 

16,2

+1,3 

jul

17,9  18,4 -0,5 

aug

20,9  18,0 +2,9 

sep

16,4  14,9 +1,5 

okt

11,5 11,1 +0,4 

nov

9,2  6.8 +2,4 

dec

5,7  3,9 +1,8 

 


 2. Aantal dagen met karakteristieke temperatuur

Dat het weerom een warm jaar was, blijkt ook uit het aantal dagen met karakteristieke temperatuur.

In Ukkel waren er 121 warme dagen (Max >= 20 °C) het voorbije jaar (ref. periode 1981-2010: 88,9 d).
De eerste warme dag kregen we op 5 april. Dit was meteen het begin van een periode van 8 opeenvolgende warme dagen. Sinds 1892 waren er slechts 10 periodes in april met minstens 5 opeenvolgende warme dagen, deze van dit jaar was de meest vroegtijdige periode (vorige: 9 t/m 19 april 1952).
April en mei telden respectievelijk 14 en 16 warme dagen in Ukkel zodat de weerkundige lente als geheel 30 warme dagen telde (ref. periode 1981-2010: 14,1 d). 
Ook tijdens de weerkundige zomer lag het aantal warme dagen met 72 boven het langjarig gemiddelde (ref. periode 1981-2010: 61,6 d).
De lange (na)zomerse periode in september leverde ook nog 18 warme dagen op. Tot slot was er nog één warme dag in Ukkel op 21 oktober. 

Het aantal zomerse dagen (Max >= 25 °C) bedroeg in Ukkel 32 (ref. periode 1981-2010: 28,1 d).
De eerste zomerse dag kwam in Ukkel voor op 21 mei. Het was de enige zomerse dag in de lente. 
De weerkundige zomer telde 27 zomerse dagen (normaal: 22,8 d): 7 in juni, 4 in juli en 16 in de warme augustusmaand.  
In de herfst werd het nog 4 keer zomers: van 14 t/m 16 september en op 19 september. 

Er waren 12 hittedagen in Ukkel (Max >= 30 °C) (ref. periode 1981-2010: 4 d): 1 in juli, 9 in augustus en 2 in september. In augustus kregen we een serie van 8 opeenvolgende hittedagen van 6 t/m 13 augustus. Slechts één keer werd een langere reeks waargenomen: van 24 juni t/m 8 juli 1976 (15 dagen) werd het ook dagelijks meer dan 30 °C in Ukkel.
Op 20 augustus kregen we nog een 'geïsoleerde' hittedag maar wat vooral zeer bijzonder is, zijn de 2 hittedagen die zich voordeden op 14 en 15 september.  

In Ukkel waren er 3 tropische nachten (Min >= 20 °C): van 9 t/m 11 augustus. 

22 september 2020: 's ochtends vorming van lokaal (dichte) mist in het westen en het centrum van
het land,
onder andere op de luchthaven van Zaventem
Fot
o : Samina Verhoeven

Het aantal vriesdagen (Min < 0 °C) bedroeg te Ukkel 20 (ref. periode 1981-2010: 44 d).
Januari telde 6 vriesdagen, februari 2, maart 4 en april 2. In het najaar waren er nog 2 vriesdagen in november en 4 in december.
Het ging telkens om lichte vrieskou met een absoluut minimum van -2,4 °C in Ukkel op 21 januari.

In Ukkel waren er geen winterse dagen (Max < 0 °C) (ref. periode 1981-2010: 7,4 d). Het laagste maximum was hier +1,6 °C op 24 januari. 

 


 3. De neerslag

Het neerslagtotaal was in Ukkel opnieuw aan de lage kant in 2020: er viel 731,9 mm neerslag (ref. periode 1981-2010: 852,4 mm), bijna 15% minder dan gemiddeld. Deze waarde is niet representatief voor gans Laag- en Midden-België. In Buizingen (Halle) - relatief dicht bij Ukkel gelegen - viel 831,3 mm, zo'n 100 mm meer dus. In Assebroek (Brugge) kwam het jaartotaal uit op 834,6 mm. Op andere plaatsen viel dan weer minder neerslag dan in Ukkel, zo was het jaartotaal in Ophoven (Kinrooi) 647,1 mm en in Ransberg (Kortenaken) 659,2 mm. 

In januari en februari kregen we overwegend te maken met lagedrukgebieden over het noordwesten van Europa en hogedrukgebieden over het zuidoosten met als gevolg zuidwestelijke luchtstromingen. Storingen verbonden aan deze depressies brachten geregeld regen (en wind) in onze streken. Januari verliep wat droger dan gemiddeld maar februari was een natte maand met in Ukkel 107,7 mm neerslag (ref. periode 1981-2010: 63,1 mm). 

De weerkundige lente (maart, april en mei) verliep droog: in Ukkel noteerde men 105,6 mm neerslag (ref. periode 1981-2010: 187,8 mm). De maand maart kende een natte start met 77,3 mm over de eerste 13 dagen, westelijke luchtstromingen brachten geregeld (actieve) storingen over ons land. Nadien bepaalden hogedrukgebieden vaak het weer in onze omgeving zodat er in de rest van maart amper nog neerslag viel, enkel in de loop van de 20e gaf een koufront in Ukkel nog 3,9 mm neerslag. 
Ook in april bleef het overwegend droog en stabiel weer: hogedrukgebieden kwamen vanover de Atlantische Oceaan dichterbij, zij verplaatsten zich naar de Noordzee en schoven vervolgens verder door richting Oost-Europa. Nadien namen nieuwe hogedrukgebieden de fakkel over zodat depressies met eraan verbonden storingen de kans niet kregen om ons weer te beïnvloeden met als gevolg dat regen van betekenis uitbleef. Na 20 maart moesten we in Ukkel wachten tot 18 april vooraleer we nog eens neerslag van enige betekenis kregen. Op 18 april was het dagtotaal in Ukkel 4,9 mm. Tussen 21 maart en 17 april (28 opeenvolgende dagen) viel slechts 0,1 mm neerslag (gemeten op 13 april). Eind april kregen we tijdelijk iets wisselvalliger weer met wat neerslag, maar de maand mei verliep opnieuw kurkdroog.
April en mei samen leverden in Ukkel amper 24,4 mm neerslag op (ref. periode 1981-2010: 117,8 mm), hetzij 21 % van het langjarig gemiddelde. De maanden april en mei samen waren nog nooit zo droog sinds het begin van de waarnemingen in Brussel-Ukkel in 1833. Het vorig record dateert uit 1893 toen in april en mei in totaal 25,9 mm neerslag viel. De maand mei op zich was de tweede droogste sinds het begin van de meetreeks met 5,4 mm neerslag, het vorig record dateert uit 1833 met 1,4 mm. Ook elders in het land was het duo april-mei extreem droog: in Ransberg leverden deze voorjaarsmaanden respectievelijk slechts 9,6 mm en 4,4 mm op, in Kapelle-op-den-Bos 32,1 mm en 13,1 mm.  
We merken nogmaals op dat het bijzonder droog voorjaar wel een natte start kende: zo viel in Ukkel tussen 14 maart en 31 mei 28,3 mm neerslag (in 79 dagen) terwijl er tussen 14 februari en 13 maart 136,4 mm viel (in 29 dagen). 

14 november 2020: Scheldemeersen in Schelderode
Foto: Julie Vandenbussche


Het neerslagtotaal van de zomer was in Ukkel eerder laag en bedroeg 168,2 mm (ref. periode 1981-2010: 224,6 mm). 
In juni viel 69,4 mm wat normaal is, juli en augustus waren eerder aan de droge kant met respectievelijk 47,4 mm en 51,4 mm neerslag.
Overal in het land was het droger dan gemiddeld, het tekort aan neerslag was het meest uitgesproken in Belgisch Lotharingen. 
Zoals ieder jaar komen in de zomerperiode wel eens grote neerslaghoeveelheden op korte tijd voor (vooral tijdens onweerachtige buien). Deze zomer waren er slechts 3 dagen met dagsommen van meer dan 40 mm in het land: op 17 juni en op 13 en 16 augustus, de meest opmerkelijke waarde werd gemeten in Herenthout met 76,2 mm op 16 augustus (in iets meer dan 2 uur tijd). Op 13 augustus gaf een zeer intense onweersbui in Ransberg (Kortenaken) 45,7 mm op 25 minuten, in Tienen viel in de vooravond van dezelfde dag 42,7 mm in een half uur.
Op 17 juni zorgde een (pre-frontale) convergentiezone voor lokaal felle onweersbuien in het land met wateroverlast tot gevolg: in Bilzen viel 65,2 mm, in Houtave 62 mm, in Ingelmunster 57,6 mm, in Kluizen 51,5 mm en in Lichtervelde 50,2 mm. Ook op 18 juni waren er nog lokale buien, maar wat minder intens dan op de 17e, in Ingelmunster viel op de 18e toch nog 30,8 mm met daar opnieuw wateroverlast.
Er waren ook langere periodes met weinig of geen neerslag tijdens de zomer: in Ransberg viel tussen 9 juli en 8 augustus 11,6 mm, in Ukkel viel in dezelfde periode 13,2 mm.  

Tijdens de herfst viel in Ukkel 219,2 mm wat perfect normaal is (ref. periode 1981-2010: 219,9 mm). 
September kende lange tijd een zeer droog verloop: tot en met de 22e viel er amper 3,8 mm neerslag te Ukkel. Toch eindigde de maand kletsnat: over de laatste 8 dagen viel in Ukkel 98 mm neerslag zodat september als een natte maand de geschiedenis ingaat (in Buizingen viel in dezelfde periode zelfs 142 mm). Op de 25e en de 26e veroorzaakten actieve storingen verbonden aan een stormdepressie in een aantal regio's flink wat neerslag: in Ukkel viel op de 25e en de 26e respectievelijk 30,4 mm en 37,6 mm, hetzij 68 mm binnen 48 uur (deze hoeveelheid komt overeen met een normale maandsom). In Gossellies viel in deze 2 dagen 82 mm. Nog enkele belangrijke dagsommen van de 26e: in Herne viel die dag 73,6 mm neerslag, in Bougnies 81,3 mm, in Boussu-lez-Walcourt 80,3 mm en in Heldergem 93,5 mm. 
Ook in de eerste 13 dagen van oktober viel geregeld neerslag. Nadien volgde een periode met hogedrukinvloeden zodat het overwegend droog bleef. Vanaf de 20e werd het rustige hogedrukweer verdreven en maakten lagedrukgebieden opnieuw de dienst uit. In Ukkel viel in de eerste, tweede en derde decade respectievelijk 41,6 mm, 3,4 mm en 32,1 mm. 
November ging wisselvallig van start onder invloed van een lagedrukgebied tussen Noorwegen en Ijsland, van de 4e tot de 10e zorgde een hogedrukgebied voor meestal droog weer in onze omgeving, tussen de 12e en 18e was het weer meer verstoord onder invloed van een depressie op de Oceaan, vanaf de 20e bevonden wij ons dikwijls aan de flank van een hogedrukgebied waardoor de neerslaghoeveelheden beperkt bleven. Globaal genomen was november overal in het land een stuk droger dan gemiddeld. 
December leverde in Ukkel een normaal neerslagtotaal op, met de meeste neerslag in de laatste 11 dagen van de maand. Vooral in de Ardennen was de maand nat met neerslagtotalen die 145 % van de normaalwaarde bereikten. Het hoeft dan ook niet te verbazen dat het peil van sommige Ardense rivieren hoog stond tijdens de laatste dagen van het jaar (onder andere het peil van de Lesse en de Semois).

 

  28 februari 2020: sneeuwtapijt in de Oostkantons tussen Butgenbach en Wirtzfeld. De sneeuwdikte 
bereikte > 30 cm eind februari in de Hoge Venen en de Oostkantons.
Foto: Koen Vandenbussche

De neerslagfrequentie was eerder laag: het aantal dagen met meetbare neerslag (minstens 0,1 mm) was te Ukkel 169 (ref. periode 1981-2010: 198,7 d).
In de eerste 2 maanden van het jaar was het aantal dagen met neerslag normaal met resp. 15 en 22 dagen in januari en februari (ref. periode 1981-2010: 19,2 d en 16,3 d).
In maart was het aantal neerslagdagen aan de lage kant, bovendien brak er vanaf 14 maart een lange droge periode aan.Tussen 14 maart en 31 mei (79 opeenvolgende dagen) waren er amper 12 dagen met meetbare neerslag in Ukkel. Bovendien was het in deze periode vaak zeer zonnig en bepaalde erg droge lucht het weer zodat de natuur snel uitdroogde.  
Over de ganse weerkundige lente (maart, april, mei) regende het in Ukkel op slechts 23 dagen (ref. periode 1981-2010: 49 dagen). Dit is de laagste waarde sinds het begin van de waarnemingen in 1833, deze waarde werd ook al eens genoteerd in de lente van 1880.

In de weerkundige zomer was de neerslagfrequentie met 46 normaal (ref. periode 1981-2010: 44 d). in juni, juli en augustus waren er respectievelijk 14, 17 en 15 neerslagdagen.
In de herfst was het aantal neerslagdagen met 43 iets lager dan gemiddeld (ref. periode 1981-2010: 52,1 d) met bovendien belangrijke verschillen tussen de maanden onderling: 10 in september, 22 in oktober en 11 in november.
Gedurende de laatste maand van het jaar tot slot viel meetbare neerslag op 20 dagen (ref. periode 1981-2010: 19,3 d).

Er waren 5 periodes met minstens 10 opeenvolgende dagen zonder meetbare neerslag in Ukkel: van 21 maart t/m 12 april (23 opeenvolgende dagen), van 12 mei t/m 21 mei (10 opeenvolgende dagen), van 23 mei t/m 3 juni (12 opeenvolgende dagen), van 29 juli t/m 8 augustus (11 opeenvolgende dagen) en van 6 t/m 22 september (17 opeenvolgende dagen).

In Ukkel was de neerslag geheel of gedeeltelijk vergezeld van sneeuw gedurende 2 dagen in 2020 (ref. periode 1981-2010: 19,2 d). Op geen enkele dag werd in Ukkel een gesloten sneeuwdek waargenomen het voorbije jaar, dit is de 4e keer sinds 1889. Het gebeurde eerder al in 1920, 1961 en 1989. 
We moesten tot de laatste dagen van de winter wachten om de eerste sneeuw te zien in Ukkel. Enkel op 26 en 27 februari viel er hier wat sneeuw, net voldoende om wat sporen na te laten. Op 26 februari lag er 's ochtends wel sneeuw van enige betekenis op een aantal plaatsen in Laag- en Midden-België tussen Brussel en Luik (lokaal zo'n 5 tot 7 cm) als gevolg van nachtelijke sneeuwbuien. Op de 27e passeerde een storing met winterse neerslag, vooral in de oostelijke landshelft kon de sneeuw opnieuw blijven liggen. Ook in Hoog-België lag er uiteraard sneeuw, de dikte van de sneeuwlaag liep in Mont Rigi (Waimes) tijdelijk op tot 34 cm op 27 februari na flinke sneeuwval in de namiddag.
Ook in januari en maart lag er sneeuw in de Ardennen, maar de hoeveelheden bleven relatief beperkt. In januari bedroeg de maximale dikte van de sneeuwlaag amper 2 cm op de 20e, in maart was dat 9 cm op de 1e, telkens gemeten in Mont Rigi.
In het najaar viel de eerste sneeuw in Hoog-België (boven 550 m) op de 19e, veel stelde dit echter niet voor. Er waren in totaal 3 sneeuwdagen in november en op de 30e bereikte men een dun sneeuwlaagje van 1 cm in Mont Rigi, het sneeuwde toen 's avonds nog op en in de buurt van de Hoge Venen. Wat meer sneeuw lag er dan in de ochtend van 1 december, net op de eerste dag van de weerkundige winter - lokaal tot 5 cm en wat meer - maar de sneeuwlaag bleef niet lang intact. Tussen 7 en 11 december lag er opnieuw wat sneeuw in de Oostkantons en de Hoge Venen, maar het ging slechts om een paar centimeter sneeuw.
Op 24 december kwamen onze streken terecht in een polaire luchtsoort (na passage van een occlusie) waardoor de neerslag vanaf de middag winters werd in Hoog-België, in de loop van de namiddag vormde zich een sneeuwlaag(je) in de hoogste delen van het land, in Mont Rigi lag tegen de avond zo'n 6 à 7 cm sneeuw, op de 25e was dit zo'n 10 cm. Op de 27e bracht een actieve storing verse sneeuw in Hoog-België, niet enkel in de Hoge Venen en de Oostkantons, maar zeker ook in de provincie Luxemburg, onder andere in de streek van La Roche, Libramont en Bastenaken. Na af en toe nog verse sneeuw in de daaropvolgende dagen bereikte de dikte van de sneeuwlaag de laatste dagen van het jaar tot zo'n 20 cm in de Hoge Venen, maar lokaal tot meer dan 25 cm in de Oostkantons nabij de Duitse grens. In de centrale Ardennen lag er plaatselijk tot zo'n 30 cm sneeuw (onder andere in Libramont). 

 


  4. De zonneschijnduur

Het afgelopen jaar was erg zonnig: de totale zonneschijnduur bedroeg te Ukkel 1.838,7 uur (ref. periode 1981-2010: 1.544,6 uur).
Er waren slechts 41 zonloze dagen (normaal: 69,9 d). Het vorig record dateert uit 2018 met 49 dagen (sinds 1931).

De eerste maand van het jaar kende een normale zonneschijnduur met in Ukkel 57,4 uur zon (ref. periode 1981-2010: 58,6 uur). Februari verliep eerder somber met eveneens 57,4 uur zon (ref. periode 1981-2010: 76,6 uur). 

We beleefden de zonnigste lente sinds het begin van de waarnemingen in 1887 met maar liefst 740,8 uur zon (ref. periode 1981-2010: 464 uur). Het vorige record van zonnigste lente dateert uit 2011 met 707,3 uur zon.
De eerste helft van maart verliep nochtans somber met nauwelijks 30 uur zon. Nadien keerde het tij en heeft de zon vaak uitbundig geschenen gedurende de tweede helft van maart en ook in april en mei. Ondanks het feit dat maart somber van start ging, werd het nog een zonnige maand met 161,9 uur zon (ref. periode 1981-2010: 114 uur). In de maanden april en mei scheen de zon respectievelijk 277,7 uur en 301,2 uur (ref. periode 1981-2010: resp. 159 uur en 191 uur). April was de tweede zonnigste sinds 1887 (de zonnigste aprilmaand beleefden we in 2007 met 301 uur). Het geheel van de maanden april en mei verliep met 578,9 uur zon recordzonnig, het vorig record voor het duo april-mei dateert uit 1990 met 503,9 uur zon.
We vermelden nog dat we tijdens de lente ruim 160 uur meer zon kregen dan gemiddeld in de zomer!
Er waren 37 zonnnige dagen tijdens de lente (ref. periode 1981-2010: 11,6 d). Tussen 21 maart en 10 april scheen de zon in totaal 208,4 uur, tussen 11 en 31 mei 216,4 uur.
Tijdens de weerkundige zomer scheen de zon in Ukkel in totaal 602,8 uur (ref. periode 1981-2010: 578,3 uur) wat normaal is. Ook voor de 3 zomermaanden afzonderlijk lag het totaal aantal uren zon dicht bij het langjarig gemiddelde, enkel juni verliep iets zonniger dan gemiddeld. Langdurige zonovergoten periodes waren er niet. In juni kregen we een zonnig tijdvak in de warme periode van 22 t/m 26 juni (5 opeenvolgende dagen) met 62,7 uur zon. Ook in juli kregen we af en toe een paar zonnige dagen op rij. In augustus kwamen de zonnigste dagen voor tijdens het begin van de hittegolf: van de 4e t/m de 8e (5 opeenvolgende dagen) scheen de zon in totaal 63,2 uur. 
De somberste periodes van de zomer deden zich voor begin juli en eind augustus: in de eerste decade van juli en in de laatste decade van augustus was de zonneschijnduur in Ukkel respectievelijk 36,9 uur en 32,4 uur. 

De herfst kende een normale zonneschijnduur met in totaal 346,6 uur zon in Ukkel (ref. periode 1981-2010: 322 uur) maar met belangrijke verschillen tussen de maanden onderling. 
September verliep zeer zonnig met een zonneschijnduur van 197 uur (ref. periode 1981-2010: 143 uur). Vooral de tweede decade heeft hiertoe bijgedragen: van 11 t/m 20 september scheen de zon in Ukkel 106,9 uur zon. Sinds 1951 was deze decade nog één keer nipt zonniger: in 1959 met 107,2 uur zon. 
De zonovergoten septembermaand werd gevolgd door een zeer sombere oktober: in Ukkel scheen de zon 56,5 uur (ref. periode 1981-2010: 112,6 uur). Het was de tweede somberste oktobermaand sinds 1887. De somberste oktobermaand beleefden we in 1998 met amper 42,8 uur zon. Er was geen enkele zonovergoten dag in de maand oktober dit jaar. 
In november keerde het tij opnieuw, die maand eindigde zonnig met 93 uur zon (ref. periode 1981-2010: 66,3 uur zon) en was dus een stuk zonniger dan oktober. Van 3 t/m 7 november kregen we een zonnige vijfdaagse, en later in de maand volgden ook nog een paar zonnige dagen. 
Het jaar eindigde met een relatief sombere december met 33,7 uur zon in Ukkel (ref. periode 1981-2010: 45,1 uur).  


14 mei 2020: enkele zeldzame mooi-weer-cumuli op een zonnige voorjaarsdag in Xhoffraix (Bévercé).
Het voorjaar verliep extreem zonnig.
Foto: Alexis Papapanayotou

770 bezoekers online

Wie zijn wij ?

In het kielzog van MeteoBelgique zag MeteoBelgië een paar jaar later in 2006 het levenslicht. MeteoBelgië heeft kunnen profiteren van het groeiproces en de vermaardheid van zijn grote broer om aan de Nederlandstalige gemeenschap van ons land een betrouwbare website voor te stellen op het gebied van weersvoorspellingen, klimaatanalyses en realtime waarnemingen.

Volg ons

FacebookTwitter