Waarschuwingen
Waarschuwingen

Lente 2018

De lente van 2018 was in Ukkel zeer abnormaal warm, en normaal voor het neerslagtotaal, de neerslagfrequentie en de zonneschijnduur.   

1. De temperatuur

De afgelopen lente was in Ukkel zeer abnormaal warm: de gemiddelde temperatuur bedroeg 11,5 °C (normaal: 10,1 °C). Het was de vierde warmste lente sinds het begin van de meetreeks in Brussel-Ukkel in 1833. Nog warmer was de lente in 2007 (12,3 °C), 2011 (12,2 °C) en 2014 (11,7 °C). Op de vijfde plaats staat nu de lente van 2017 met een gemiddelde van 11,3 °C.
April was met een gemiddelde temperatuur van 13 °C de derde warmste sinds het begin van de waarnemingen, enkel in april 2007 en april 2011 was het nog warmer met een gemiddelde van respectievelijk 14,3 °C en 14,1 °C (ref. periode 1981-2010: 9,8 °C). De maand mei was de tweede warmste sinds 1833 met een gemiddelde temperatuur van 16,3 °C (ref. periode 1981-2010: 13,6 °C), het record dateert uit 2008 met een gemiddelde
van 16,4 °C.
Het geheel van de maanden april en mei was wel recordwarm
: het gemiddelde over de periode 1 april - 31 mei was 14,7 °C (ref. periode 1981-2010: 11,7 °C), het vorig record dateert uit april-mei 2007 en april-mei 2011 met toen telkens een gemiddelde van 14,5 °C.
De maand maart verliep dit jaar ietwat aan de koele kant met een gemiddelde temperatuur van 5,4 °C (ref. periode 1981-2010: 6,8 °C).

Maart startte behoorlijk koud (koude oostelijke luchtstromingen aan de zuidelijke flank van een hogedrukgebied bleven ons weer nog tijdelijk beïnvloeden) met matige nachtvorst : in de ochtend van de 1e lagen de temperaturen tussen -5 °C en -7 °C in Laag- en Midden-België, en tot rond -10 °C in Hoog-België. Overdag op de 1e stegen de temperaturen meestal tot net boven het vriespunt, behalve in Hoog-België. Op de 2e was het 's ochtends al wat minder koud maar overdag bleven we nog in de koude lucht met bewolking en neerslag met negatieve maxima als gevolg: in Ukkel bereikte het maximum -1,6 °C op de 2e.
In de loop van de 3e bereikte gevoelig zachtere lucht ons land met temperaturen die in het zuidwesten van het land al opliepen tot 8 °C à 10 °C (Dourbes: 10,5 °C, Sivry: 10,2 °C, Gosselies: 9 °C, Chièvres: 8,7 °C) terwijl het in het noorden van het land nog frisser bleef (Stabroek: 4,3 °C, Retie: 4,1 °C, Kleine Brogel: 3,4 °C), de wintergrens lag over Nederland en Duitsland (in het midden en noorden van Nederland lagen de maxima rond het vriespunt).
Op de 4e werd het dan overal in het land zachter en stegen de temperaturen al tot ruim boven 10 °C (Koersel: 13,2 °C, Genk: 13 °C), de dagen nadien bleef het zacht met maxima meestal tussen 10 °C en 12 °C. Na de passage van enkele storingen in de loop van de 9e en de nacht van 9 op 10 maart (warmtefront) kwamen wij in zuidelijke, subtropische luchtstromingen terecht met nog hogere temperaturen op 10 en 11 maart: op de 10e werd al meer dan 15 °C bereikt op een aantal plaatsen, maar op de 11e gebeurde dit praktisch overal in Laag- en Midden-België met 16 °C in Ukkel, Hastière en La Hestre, 16,6 °C in Gorsem en 17,6 °C in Koersel. Ook op de 12e was het nog vrij zacht, van de 13e tot de 16e kwamen we soms tijdelijk in iets frissere lucht terecht. In de loop van de 16e naderde koude arctische lucht onder invloed van een hogedrukgebied boven Skandinavië stilaan onze streken. Het was nog zacht met vooral in het westen en zuiden nog maxima tot boven 10 °C, maar in het noordoosten bleven de temperturen met meer bewolking beperkt tot zo'n 7 °C. In de loop van de avond van de 16e en in de nacht van de 16e en de 17e bereikte de koude continentale lucht stilaan ons land en in de loop van de nacht daalden de temperaturen tot onder het vriespunt. Op de 17e en 18e lagen de maxima beneden of hooguit rond het vriespunt, in Ukkel bereikte het maximum op 17 en 18 maart respectievelijk -1,3 °C en -0,1 °C, in Mont Rigi -3,2 °C en -5,6 °C ! Het maximum van -1,3 °C van de 17e in Ukkel werd reeds 's morgens bereikt, in de loop van de dag daalden de temperaturen nog wat verder zodat de temperaturen op vele plaatsen in Laag- en Midden-België 's namiddags rond -2 °C schommelden, in Hoog-België rond -5 °C à -6 °C. 's Nachts vroor het uiteraard overal, maar doordat er meestal veel bewolking was, werd het niet bijzonder koud: in Laag- en Midden-België vroor het licht, in Hoog-België bereikten de minima lokaal -6 °C tot -8 °C.
We merken nog op dat de maxima gemeten op 17 en 18 maart zeer bijzonder zijn: we moeten terugkeren naar maart 1888 om nog lagere dagtemperaturen terug te vinden in de periode 17-19 maart !
Op 19 maart bevonden we ons nog steeds in koude lucht, maar in de loop van de dag kwamen er geleidelijk aan opklaringen zodat de temperaturen opliepen tot 3 °C à 4 °C. Het was de aanloop naar minder koud weer maar echt zacht werd het niet meteen met tussen 20 en 23 maart maxima van 6 °C tot 9 °C. Pas op de 24e werd onder invloed van een anticycloon over Centraal-Europa drogere lucht uit het zuiden tot zuidoosten aangevoerd met oplopende temperaturen tot tussen 12 °C en 15 °C, en ook de laatste dagen van maart bleef het relatief zacht met op de 30e en 31e terug maxima tot 13 °C à 14 °C.
De maand maart als geheel was met een gemiddelde temperatuur van 5,4 °C eerder aan de koele kant, vooral door de lage temperaturen aan het begin van de maand en de winterprik tussen 17 en 19 maart. Er waren wel belangrijke temperatuurschommelingen in de loop van de maand: op 1 en 2 maart was het nog echt winters met maxima rond of onder het vriespunt, op de 11e haalden de maxima 15 °C tot 17 °C en op 17 en 18 maart keerde de winter terug met opnieuw maxima rond of onder 0 °C. Op de 24e en 25e haalden we dan opnieuw 13 °C à 14 °C.
We kregen ook een paar keer te maken met flinke temperatuurveranderingen in minder dan 24 uur. Zo was het maximum in Dourbes op de 2e +0,5 °C en op de 3e +10,5 °C, in Bièvre was dat respectievelijk - 2 °C en +8,6 °C.  Tussen 16 en 17 maart kwam er een flinke temperatuurdaling binnen 24 uur: op de 16e was het maximum in Ukkel + 12,7 °C, op de 17e was dit -1,3 °C, in Kruishoutem was dit respectievelijk + 13,5 °C en 0 °C. Dergelijke temperatuurstijgingen en -dalingen 'binnen 24 uur' komen niet zo frequent voor, maar dat het de ene week al lentezacht is en de week erop erg koud kan zijn, is niet ongewoon en is zelfs vrij typisch in maart en april. We illustreren dit met enkele voorbeelden: op 17 en 18  maart 1990 stegen de temperaturen in Ukkel naar 22,5 °C en 22,1 °C, maar op 25 en 26 maart van dat jaar werd het hoogstens 8 °C en 7,7 °C. In een meer recent verleden, in maart 2013, was het maximum op 5 en 6 maart in Ukkel respectievelijk 17,6 °C en 19,1 °C, maar nog geen week later was het maximum van de 11e en 12e negatief met -1,8 °C en -1,3 °C !

3 maart 2018: sneeuw in de Ardennen in Samrée (La Roche-en-Ardenne)
Foto: Vincent Devillers

Ook in het begin van de maand april maakten de temperaturen soms vrij flinke schommelingen: de maand ging vrij fris van start met maxima tussen 7 °C en 9 °C (3 °C tot 5 °C in de hoogste delen), op de 3e haalden we 16 °C tot 17 °C (Ukkel: 16,1 °C) en op de 5e was het opnieuw tijdelijk frisser met maxima tussen 5 °C en 10 °C (Ukkel: 9,1 °C). Vanaf de 6e brak een langere periode met (vrij) warm weer aan: de 6e ging wel nog erg fris van start met ochtendtemperaturen van net boven het vriespunt en lokaal lichte nachtvorst (in Elsenborn tot -3,2 °C). Overdag stegen de temperaturen al tot tussen 16 °C en 18 °C (stilaan werd warmere lucht aangevoerd tussen een hogedrukzone die zich van Duitsland verder oostwaarts verplaatste en een lagedrukgebied dat dichterbij kwam vanover de Atlantische Oceaan richting Britse Eilanden en het westen van Frankrijk).  Op de 7e en de 8e werd met een zuidelijke stroming nog warmere lucht aangevoerd: op de 7e bereikten de temperaturen op vele plaatsen voor het eerst dit jaar meer dan 20 °C, in Ukkel was het maximum 21,4 °C, in Kleine Brogel 23,4 °C en in Angleur 23,9 °C. Op de 8e werd het nog warmer met maxima in het centrum en het oosten van het land op vele plaatsen tussen 23 °C en 26 °C, op enkele plaatsen werd dus de zomerse grens van 25 °C bereikt of overtroffen: in Ukkel werd het 24 °C, in Schaffen 25 °C, in Diepenbeek 25,3 °C en in Koersel 26 °C. Aan de kust was er veel meer bewolking en was het soms nevelig, de temperaturen bereikten daar slechts 12 °C à 13 °C (Zeebrugge: 10,7 °C, Oostende: 12 °C, Koksijde: 13,2 °C). Voor het centrum en het oosten van het land lagen de maxima op 8 april in de buurt van de hoogste ooit gemeten in de eerste decade van april: in Ukkel werd op 4 april 1946 en 4 april 1985 respectievelijk 24,5 °C en 24,3 °C gemeten.
Vanaf de 9e werd het koeler maar het bleef wel nog steeds zacht voor de tijd van het jaar, op de 10e stegen de maxima zelfs terug tot 19 ° à 20 °C, op de 11e en 12e was het wat koeler, vooral in het noordwesten en het centrum van het land doordat er meer bewolking was, in Ukkel werd het op deze dagen respectievelijk 14,7 °C en 12,3 °C, in het zuiden van het land was het zachter doordat er meer opklaringen waren met maxima tot zo'n 16 °C à 17 °C.
In de loop van de 17e ontwikkelde zich een hogedrukzone van Spanje over onze streken richting Duitsland en Denemarken : dit was de aanloop naar een bijzonder warme aprilperiode met stilaan aanvoer van warmere lucht: op de 17e haalden de temperaturen al 20 °C tot 22 °C op veel plaatsen (met nog een vrij frisse start: ochtendminimum van -0,8 °C in Elsenborn en +0,7 °C in Bièvre), maar tussen de 18e en de 20e stegen ze met veel zon op de meeste plaatsen boven 25 °C, de warmste dag was de 19e met maxima meestal tussen 27 °C en 29 °C in het binnenland. In Ukkel werd 28,1 °C opgetekend, in Kleine Brogel 28,8 °C, in Gorsem 29 °C, in Angleur (Luik) 30,1 °C en in Koersel 30,8 °C. Ook op de 20e was het nog warm, zeker in het centrum en het oosten met maxima tussen 26 °C en 29 °C op vele plaatsen (in Angleur werd opnieuw de tropische grens van 30 °C gehaald). In de loop van de dag drong koelere lucht het westen van het land binnen, in Koksijde was het maximum 22,4 °C en in Middelkerke 20,4 °C, maar in de namiddag daalden de temperatuen aan de kust stilaan tot beneden de 20 °C.
De temperaturen gemeten op de 19e behoren tot de hoogste ooit gemeten in deze periode van het jaar. Voor Ukkel werd op 15 april 2007 nog een hogere waarde gemeten met 28,7 °C.
Tussen 18 en 20 april verliepen ook de nachten bijzonder mild: in de nacht van de 18e op de 19e daalde de temperatuur niet onder 15 °C in Ukkel, de nacht erop was het 'minimum' 15,2 °C ! Dit zijn uitzonderlijk hoge minima voor half april, en vrijwel vergelijkbaar met het langjarig gemiddelde van de maxima in deze periode.
De tweede decade van april (11-20 april) was met een gemiddelde temperatuur van 14,1 °C de tweede warmste sinds 1901 (ref. periode 1981-2010: 9,2 °C), het record dateert uit 2007 met een gemiddelde van 15 °C
Op de 21e was het tijdelijk iets minder warm (invloed van een nieuw hogedrukgebied over de Britse Eilanden en de Noordzee) met maxima tot 23 °C à 24 °C, op de 22e werd aan de voorzijde van een zwak koufront ten westen van onze streken opnieuw warmere maar ook onstabiele lucht aangevoerd met temperaturen tot boven 25 °C: in Ukkel steeg de temperatuur tot 26,3 °C, in Koersel en Kleine Brogel tot 28 °C. Na de passage van het koufront in de nacht van 22 op 23 april werd het gevoelig minder warm maar met maxima van 17 °C à 18 °C op de 23e was het nog behoorlijk zacht. De dagen nadien kwamen de temperaturen iets lager uit, meestal tussen 15 °C en 17 °C.
Op de 29e trok een depressie vanuit Frankrijk ons land in, in het westen en het centrum bleef het relatief koel met temperaturen 11 °C à 12 °C (en was er veel bewolking), in Limburg en meer algemeen in het oosten en zuidoosten van het land was er af en toe zon en werd het warmer met maxima tot 18 °C à 19 °C (Bièrset: 17,9 °C, Elsenborn en Gouvy: 19 °C, Buzenol: 19,9 °C, Aubange: 20,4 °C, Kleine Brogel: 18,2 °C). Op de 30e was het overal koeler met maxima tot 12 °C à 13 °C maar in de loop van de namiddag en avond werd het gevoelig kouder (aan de achterzijde van de depressiekern werd polaire lucht zuidwaarts richting het noorden van Frankrijk gevoerd, en die lucht bereikte ons dan uit het zuidwesten), zo was het in Ukkel om 12 uur 12,2 °C en om 19 uur nog 4,4 °C !

Begin mei was het aanvankelijk vrij fris met op de 1e maxima tussen 10 °C en 15 °C, ook in de nacht van 1 op 2 mei koelde het flink af : in Elsenborn daalde de temperatuur tot -3,2 °C, in Bièvre tot -1,9 °C, in Laag- en Midden-België bleven de nachtminima positief, in Genk was het minimum 1,2 °C, in Middelkerke 2,6 °C. De dagen erop gingen de temperaturen in stijgende lijn: op de 2e zorgde een hogedrukkern ten oosten van onze streken voor vrij zonnig weer met maxima tussen 16 °C en 18 °C (13 °C à 14 °C op de Ardense Hoogten). Vanaf de 3e kregen we de invloed van een uitloper van het Azorenhogedrukgebied, de hogedruk breidde zich geleidelijk aan uit en de kern van het hogedrukgebied kwam in de buurt van de Oostzee te liggen. De aangevoerde lucht werd steeds droger en warmer : de maxima bereikten op de 5e al 22 °C tot 23 °C in het binnenland (tot rond 17 °C aan de kust), van de 6e t/m de 8e lagen de maxima tussen 24 °C en 27 °C in het binnenland, de warmste dag van de periode was de 8e met maxima tot 29,4 °C in Koersel, 29,1 °C in Angleur en 28,3 °C in Hastière, zeer hoge waarden voor de eerste decade van mei ! Aan de kust bleven de maxima in deze periode telkens onder 25 °C: in Zeebrugge bijvoorbeeld was het maximum van 5 t/m 8 mei respectievelijk 14,1 °C; 17,7 °C; 21,8 °C en 21,8 °C. De temperatuuramplitude's waren soms erg groot, zo was op de 6e het minimum en maximum in Elsenborn respectievelijk 3,7 °C en 24 °C, in Kleine Brogel 5,9 °C en 27 °C (telkens amplitude's van > 20 °C).
Een convergentielijn en een zwak koufront beïnvloedden het weer in de loop van de 9e: in de oostelijke landshelft werd het nog zomers warm met maxima tot 27,9 °C in Kleine Brogel, 27,1 °C in Koersel en 27 °C in Aubange, in het centrum was het al minder warm dan de dagen ervoor met 23,4 °C in Ukkel, aan de kust werd het hoogstens 16 °C à 17 °C. Op de 10e bevonden wij ons in gevoelig koelere lucht met maxima tussen 12 °C en 18 °C (Ukkel: 15,9 °C).
De eerste decade van mei was aan de warme kant met een gemiddelde temperatuur van 14,9 °C (ref. periode 1981-2010: 12,5 °C).
Vanaf de 11e werd het thermisch wat wisselvalliger met een afwisseling van koelere en warmere dagen/periodes: op de 11e lagen de temperaturen rond de normaalwaarden met maxima tussen 18 °C en 20 °C, op de 12e werd aan de voorzijde van een koufront warmere lucht aangevoerd uit zuid tot zuidoost met temperaturen tot tussen 23 °C en 25 °C, op de 13e was het terug gevoelig frisser met slechts 12 °C tot 14 °C. Die koelte was van korte duur, want op de 14e en de 15e keerde de warmte terug: een lagedrukzone over Centraal-Europa zorgde voor een aanvoer van warme lucht uit het noordoosten met stilaan opklaringen uit het oosten, het westen kreeg echter nog te maken met koele vochtige luchtstromingen vanover de Noordzee zodat de temperaturen daar bescheiden bleven, met als gevolg grote temperatuurcontrasten tussen west en oost: zo bereikte het maximum op de 14e amper 12 °C aan zee, in Koersel en Kleine Brogel werd het respectievelijk 25,1 °C en 26 °C. Ook op de 16e bleef het nog steeds wat koeler in het westen in vergelijking met de oostelijke landshelft. Vanaf de 17e werd het overal frisser, langs de oostelijke flank van een hogedrukgebied over de Britse Eilanden werd maritiem-polaire lucht aangevoerd met maxima lager dan 20 °C (Ukkel: 15,9 °C op de 17e en 18e). Op de 19e bleef er in Laag- en Midden-België veel bewolking hangen, zodat de temperaturen slechts 12 °C tot 14 °C bereikten (Ukkel: 14 °C), in het oosten en zuiden van het land werd het zachter (opklaringen over het zuiden van het land breidden zich in de loop van de dag langzaam uit naar het centrum).
Vanaf de 20e brak een erg warme periode aan: een hogedrukzone installeerde zich ten noorden van onze streken, wij bevonden ons aan de zuidelijke flank ervan in een 'barometrisch moeras' met warme en vochtige lucht: de temperaturen stegen in de loop van de periode met stilaan maxima van meer dan 25 °C en soms zelfs tot dicht bij 30 °C. Op de 26e werd het in Ukkel 28,7 °C, in Koersel en Angleur 30,1 °C, op de 27e werd het 29 °C in Angleur en 30 °C in Koersel, en op de 28e nog eens 30,2 °C in Koersel. Van de 26e tot en met de 29e waren ook de nachten uiterst warm, in de nacht van de 28e op de 29e daalde de temperatuur niet onder 18,7 °C in Ukkel, in Melsbroek was het minimum in dezelfde nacht 18,2 °C en in Deurne zelfs 19,6 °C !
De laatste decade van de maand mei was met een gemiddelde temperatuur van 20,1 °C dan ook extreem warm, het was een evenaring van de recordwaarde (sinds 1901) die dateert uit de laatste 11 dagen van mei 1922.

8 april 2018 : terwijl het binnenland zonnig weer kreeg met temperaturen die (bijna) zomerse
waarden bereikten 
tot 24 - 25 °C, kreeg de kust af te rekenen met noordenwinden en
vochtige lucht waarbij geregeld mistbanken 
vanover zee de kust bereikten.
Foto: webcam De Haan

 

Tabel 1 : gemiddelde temperatuur per decade te Ukkel (in °C) - bron: K.M.I.

Ukkel Eerste Decade Tweede Decade Derde Decade
Maart  4,7 °C 5,1 °C  6,3 °C 
April  11,5 °C 14,1 °C  13,0 °C 
Mei   14,9 °C  13,5 °C 20,1 °C 
 
 

2 Aantal dagen met karakteristieke temperatuur

In Ukkel waren er 9 vriesdagen de voorbije lente (Min < 0 °C) (ref. periode 1981-2010: 7,5 dagen): ze vielen allemaal in de maand maart. In het begin van de maand maart hadden we af te rekenen met het vervolg van de koudegolf die gestart was in de laatste dagen van februari. In Ukkel vroor het tot en met 4 maart. Een nieuwe vorstperiode kwam er rond het midden van de maand met lichte nachtvorst van de 17e t/m de 21e.

In Ukkel waren er ook nog 3 winterse dagen: op 2 maart was het maximum slechts -2,2 °C.
Op 17 en 18 maart bereikte het maximum in Ukkel respectievelijk -1,3 °C en -0,1 °C, 2 opeenvolgende winterse dagen zijn uitzonderlijk na half maart (voor het centrum van het land, en ook algemeen voor Laag- en Midden-België). We moeten terugkeren naar 2013 om 2 opeenvolgende winterse dagen terug te vinden in Ukkel in een tweede maartdecade, maar dat was toen iets vroeger in de maand, op 11 en 12 maart (ook dat was echter uitzonderlijk !).

Te Ukkel waren er 28 warme dagen (Max >= 20 °C) (gemiddeld over de periode 1981-2010: 14,2 dagen): het was het tweede hoogste aantal sinds 1901, in de lente van 2011 werd het op 30 dagen meer dan 20 °C.
In april waren er 8 warme dagen en in mei 20. In Ukkel kwam de eerste warme dag voor op 7 april, net als op vele andere plaatsen in Laag- en Midden-België.

Te Ukkel waren er bovendien 13 zomerse dagen (Max >= 25 °C) (gemiddeld over de periode 1981-2010: 3,1 dagen). Dit aantal was nooit zo hoog sinds 1901, het vorig record dateert uit de lente van 2007 met 11.
De eerste zomerse dag deed zich voor op 18 april. Ook op de 19e, de 20e en de 22e steeg de temperatuur in Ukkel tot boven 25 °C zodat april 4 zomerse dagen telde, het tweede hoogste aantal voor een aprilmaand sinds 1901. In de recordwarme aprilmaand 2007 waren er in Ukkel maar liefst 9 zomerse dagen: 4 opeenvolgende van de 13e t/m de 16e en nog eens 5 opeenvolgende van de 24e t/m de 28e. 
Ook in de bijzonder warme maand mei stegen de temperaturen 9 keer boven 25 °C, enkel in 1945 was dit aantal hoger met 10.

In Ukkel waren er geen hittedagen (Max >= 30 °C). In het land kwamen wel lokaal hittedagen voor tijdens de warme periode midden april en aan het einde van de maand mei.

We merken nog op dat dit jaar slechts één maand na de laatste 'winterdag' de eerste 'zomerdag' voorkwam (voor Ukkel): op 18 maart was het maximum - 0,1 °C en op 18 april was dat 25,5 °C, op sommige plaatsen was deze 'overgangsperiode' nog korter: in Koersel kwam de temperatuur op 17 maart niet hoger dan -1,2 °C terwijl het er op 8 april al 26 °C werd !

Tabel 2 : aantal vriesdagen, laagste minimum, datum laagste minimum

Plaats Aantal Vriesdagen
Absoluut
minimum

Datum abs min

Assebroek -6,7 °C  1/3/2018 
Beitem 10  -6,8 °C  1/3/2018 
Lichtervelde 10  -7,5 °C  1/3/2018 
Ukkel  9 -8,6 °C  1/3/2018 
Ransberg 11  -5,6 °C  1/3/2018 

Het aantal vriesdagen werd bepaald op basis van de minima gemeten in de periode 8 uur LT - 8 uur LT

3 De neerslag

In Ukkel viel in totaal 150,7 mm neerslag de voobije lente (ref. periode 1981-2010: 187,8 mm). 
In de maanden maart en april was de neerslaghoeveelheid normaal met respectievelijk 70,5 mm en 66,3 mm (ref. periode 1981-2010: 70 mm en 51,3 mm).
De maand mei was in Ukkel evenwel uitzonderlijk droog met amper 13,9 mm (ref. periode 1981-2010: 66,5 mm). Het was de zesde droogste meimaand in Brussel-Ukkel sinds 1833.
We merken wel op dat het neerslagtotaal voor Ukkel voor de maand mei niet representatief was voor het land. Ook voor de plaatsen vermeld in tabel 4 waren de neerslagsommen voor mei vrij laag, maar er zijn ook plaatsen geweest waar meer neerslag viel dan gemiddeld, dit heeft alles te maken met de soms intense onweders die we te verwerken kregen in de tweede helft van die maand en die voor belangrijke verschillen in de neerslag zorgden op soms korte afstanden.

Gedurende de maanden maart en april waren de neerslaghoeveelheden vrij gelijk verdeeld over de maand.
Enkel de laatste decade van de maand april was relatief nat, en dat kwam door belangrijke neerslaghoeveelheden op 29 en nog deels 30 april. Een lagedrukkern trok in de loop van de 29e en 30e vanuit Frankrijk doorheen ons land naar de Noordzee, hiermee gepaard gaande trokken in de avond van 29 april flinke onweersbuien over de oostelijke helft van het land, op de 30e vielen er vooral in het noordwesten van het land nog buien. Op de 29e viel in Ukkel 31,4 mm neerslag, in Melsbroek 32 mm, in Retie 40,2 mm, in Hastière 41,3 mm, in Gouvy 46,7 mm en in Ransberg 49,1 mm, op de 30e 20 mm in Middelkerke en 16,9 mm in Stabroek. Voor een aantal plaatsen viel in deze dag(en) een flink deel van de maandsom in een aprilmaand die tot dan toe vrij droog was verlopen.

De eerste 20 dagen van de maand mei waren over het algemeen zeer droog: in Ukkel viel 3 mm in die periode, in Middelkerke 2,7 mm, op de 16e vielen wel belangrijke neerslaghoeveelheden bij onweersbuien samenhangend met een convergentielijn in het oosten van het land, in Angleur noteerde men 46,3 mm, in Strée (Hoei) 43,5 mm, de buien trokken van het noordoosten naar het zuidwesten, in Dourbes (Viroinval) viel ook 33,7 mm. 
In de laatste 10 dagen van mei kregen we geregeld te maken met lokale maar intense onweders die soms gepaard gingen met veel neerslag en lokale hagelbuien: vanaf de 21e bevonden onze streken zich voor enkele dagen in een barometrisch moeras met warme, vochtige lucht waarin zich makkelijk onweersbuien konden ontwikkelen, er was ook weinig stroming waardoor buien lange tijd over eenzelfde streek bleven hangen.
Op de 21e viel het nog mee met de buien, maar dit veranderde op de 22e : die dag was er vooral overlast in de regio Luik en in de provincie Henegeouwen: in het Luikse zorgden felle buien onder andere voor overlast in de streek van Esneux, Tilff en Méry. In Angleur werd 42,6 mm neerslag gemeten, in Presgaux (Couvin) viel 35,4 mm, in Balen 29,8 mm en in Begijnendijk 27,8 mm. Ook op de 23e kregen we te maken met traag voortbewegende buien : in Dilbeek viel 34 mm,  in Bièvre 25,6 mm, in Aubange 24,5 mm en in Lacuisine (Florenville) 53 mm. Op de 24e noteerde men 51 mm in Melsbroek (terwijl in Ukkel amper 0,6 mm viel), 37,2 mm in Zwalm en 78,7 mm in Meigem (Deinze), er was onder andere veel wateroverlast in de streek van Aalter, maar ook in de buurt van Kortenberg, Steenokkerzeel, Tienen, Lubbeek, Tielt-Winge…
Op de 25e en de 26e kwam er even een adempauze, maar vanaf de 27e zorgden nieuwe onweders voor overlast. Op de 27e waren de felste buien voornamelijk te vinden aan de kust rond Bredene-Oostende en in de provincie Limburg. In Middelkerke viel 26 mm (maar op andere plaatsen in de buurt viel makkelijk 50 à 60 mm), in Maasmechelen 24,6 mm, in Zomergem 31 mm. Ook in het Luikse zorgden onweders lokaal voor veel neerslag.
Op de 28e is het vooral ’s avonds en in de nacht naar de 29e dat onweersbuien verbonden met een convergentielijn voor onweersbuien zorgen in de regio’s nabij de Franse grens (vooral in delen van de provincies Henegouwen, Namen, Luxemburg en West-Vlaanderen): in Rance viel 33 mm, in Bougnies 32,4 mm, in Sivry 25 mm, in Passendale 30,8 mm en in Beerst 27,8 mm.
Op de 29e kreeg het uiterste oosten flink wat neerslag te verwerken,  onweders zorgden voor zware overstromingen in Aken (net over de Belgisch-Duitse grens) maar ook in ons land werden grote hoeveelheden neerslag gemeten: in Mont Rigi viel 68,6 mm. Ook in de provincie Antwerpen was er overlast, in Brecht viel 75,8 mm, in Brasschaat 47,5 mm. Ook op de laatste dagen van de maand bleef het onweerachtig, op de 31e viel 41,8 mm in Luik-Monsin, 37,4 mm in Houthulst en 54,4 mm in Beerst.
Bron van de neerslagcijfers : K.M.I.  

31 mei 2018: rolwolk (cumulonimbus arcus) in De Panne,
foto: Vincent Geerardyn 

Tabel 3 : neerslaghoeveelheid per decade te Ukkel (in l/m²) - bron: K.M.I.

Ukkel Eerste Decade Tweede Decade Derde Decade
 Maart 21,9  14,2 34,4 
 April  9,6   16,6  40,1 
 Mei  0,3  2,7 10,9 

Het aantal neerslagdagen te Ukkel was met 42 normaal (gemiddeld: 49 d) : de neerslagfrequentie was ook in de 3 voorjaarsmaanden afzonderlijk normaal met respectievelijk 19, 13 en 10 dagen met meetbare neerslag, in mei was het aantal wel aan de lage kant. De langste periode zonder neerslag in Ukkel vinden we terug van 3 t/m 12 mei (10 opeenvolgende dagen), de periode 1 t/m 21 mei was droog met amper 3 mm neerslag. ook in de periode 15 t/m 28 april viel er nauwelijks neerslag met 2,7 mm (Ukkel). 

De langste periode van opeenvolgende dagen met meetbare neerslag kregen we van 27 maart t/m 5 april (10 opeenvolgende dagen).

De neerslag was te Ukkel geheel of gedeeltelijk vergezeld van sneeuw op 4 dagen (ref. periode 1981-2010: 4,4 sneeuwdagen): 2, 17, 18 en 20 maart.
Het begin van de lente was winters: er lag sneeuw in Hoog-België, en in de loop van de 2e viel eerst regen op een bevroren ondergrond en nadien opnieuw sneeuw (bovenluchten werden in de loop van de dag terug kouder) met enkele centimeter verse sneeuw. Die sneeuw lag er ook nog in de ochtend van de 3e: zo'n 3 cm in het Brusselse, 4 à 5 cm in het Luikse en tot 14 cm in Mont Rigi (maar daar lag al sneeuw van de dagen voordien), in de loop van de 3e zette de dooi in waardoor de sneeuw in Laag- en Midden-België grotendeels verdween, de dagen nadien dooide het ook geleidelijk aan in de Ardennen, tussen de 7e en de 9e lag er nog tot 2 cm in Mont Rigi. Op de 8e en de 13e was het wat frisser zodat er tijdelijk terug wat sneeuw viel in de hoogste delen van het land (terug zo'n 2 cm in Mont Rigi op de 13e en de 14e).
In de nacht van de 16e en de 17e trok een zwakke sneeuwstoring vanuit het noorden/noordoosten vergezeld van gevoelig koudere lucht doorheen het land, er viel af en toe wat lichte sneeuw ook op de 17e overdag en tijdelijk nog op de 18e, op een aantal plaatsen kwam dan ook een dun sneeuwdekje tot stand.
In Mont Rigi werd nog sneeuw op de bodem waargenomen op 20, 22, 23 en 29 maart en op 1 april (bron: KMI). Op 30 april viel daar tijdelijk smeltende sneeuw. 

Tabel 4: neerslaghoeveelheden gedurende de lente 2018 (in l/m²)

   Maart  April  Mei  Lente
Assebroek 87,2  87,2  47,6  222 
Lichtervelde 87,9  74,3  33,5  195,7 
Ukkel 70,5  66,3  13,9  150,7 
Buizingen 67,9  47,1  36,3  151,3 
Ransberg 57,8   68,2 34,5  160,5 

4 Zonneschijnduur

De lente was aan de zonnige kant met een totale zonneschijnduur te Ukkel van 507,6 uur (ref. periode 1981-2010: 464 uur).
Maart was eerder aan de sombere kant met 82,6 uur zon terwijl april iets zonniger verliep dan gemiddeld met 171,6 uur zon (ref. periode 1981-2010: resp. 114 uur en 159 uur voor maart en april). De maand mei was abnormaal zonnig met 253,4 uur zon (ref. periode 1981-2010: 191 uur).

De zonnigste periodes deze lente vielen samen met erg warme periodes voor de tijd van het jaar: van 17 t/m 22 april (6 opeenvolgende dagen) scheen de zon in totaal 75 uur, ook van 4 t/m 8 mei (5 opeenvolgende dagen) was het zeer zonnig met 68,2 uur zon.
De eerste decade van mei (1-10 mei) was met 107,7 uur bijzonder zonnig, slechts 3 maal was deze periode nog zonniger sinds 1951, het record dateert uit de eerste meidecade van 2008 met 122,2 uur.
Gedurende de maand maart waren er geen uitgesproken zonnige periodes.

Tabel 5 : zonneschijnduur  per decade te Ukkel (in uren) - bron: K.M.I.

Ukkel Eerste Decade Tweede Decade Derde Decade
Maart  22,5  28,2 31,9 
April   45,7  75  51 
Mei 107,7  67,6  78,2 


21 april 2018: zomer in april, hier in de Blaarmeersen in Gent.
Foto: Koen Vandenbussche

150 bezoekers online

Wie zijn wij ?

In het kielzog van MeteoBelgique zag MeteoBelgië een paar jaar later in 2006 het levenslicht. MeteoBelgië heeft kunnen profiteren van het groeiproces en de vermaardheid van zijn grote broer om aan de Nederlandstalige gemeenschap van ons land een betrouwbare website voor te stellen op het gebied van weersvoorspellingen, klimaatanalyses en realtime waarnemingen.

Volg ons

FacebookTwitter