Waarschuwingen
Waarschuwingen

Analyse van het jaar 2018

Het jaar 2018 was in Ukkel uitzonderlijk warm, zeer abnormaal zonnig, zeer abnormaal droog en een jaar met een uitzonderlijk laag aantal neerslagdagen.
We onthouden van het voorbije jaar de intense hittegolf van eind juli en begin augustus, de aanhoudende droogte die ons land trof tussen begin mei en november, maar ook de laattijdige koude periodes van eind februari/begin maart en midden maart.

  2018 Normalen
1981-2010
Record + Record -

Temperatuur
(°C)

11,9 10,5 11,9 
(2014)
7,0 
(1879)

Zonneschijn
-duur (uren)

1.898,6  1.544,6 2.151,0 
(1959)
 1.238,6 
(1981)

Neerslag
(mm en
 dagen)

 650,2
(142 d)

852,4 
(199 d)
1.088,5 
(2001)
266 d
(1974)

406,4 
(1921)
153 d
(1921)

{jumi [staticfiles/climatology/annual_nl.php][2018]}

 1. De luchttemperaturen

2018 was een uitzonderlijk warm jaar : de gemiddelde temperatuur te Ukkel bedroeg 11,9 °C (ref. periode 1981-2010: 10,5 °C). Dit was een evenaring van het absolute record dat dateert uit 2014 (sinds het begin van de metingen in 1833), op de derde, vierde en vijfde plaats komen de jaren 2011, 2007 en 2006 met een gemiddelde temperatuur van respectievelijk 11,6 °C; 11,5 °C en 11,4 °C.
Het gemiddeld maximum en minimum was het voorbije jaar respectievelijk 16 °C en 7,9°C (ref. periode 1981-2010: 14,2 °C en 6,9 °C). Het gemiddeld maximum was recordhoog, het vorig record uit 2011 was 15,8 °C.
UIt tabel 1 blijkt dat de koude kalendermaanden in de minderheid waren in 2018. Enkel februari en maart verliepen kouder dan normaal, februari was abnormaal koud.
Anderzijds belandden verschillende kalendermaanden in de top 10 van warmste maanden sinds de start van de waarnemingen in 1833: januari (8), april (3), mei (2), juni (6), juli (2), augustus (9) en oktober (10). April was enkel nog warmer in 2007 en 2011, mei en juli waren nog één keer warmer, respectievelijk in 2008 en 2006. Augustus staat op de 9e plaats, samen met de augustusmaanden van 1842, 1944, 2009 en 2015. Oktober komt op de 10e plaats in de reeks van warme oktobermaanden (gedeelde plaats met oktober 1969 en oktober 1990).

Het jaar kende een milde start: het was nooit echt koud in januari, een paar keer was het bijzonder zacht, wanneer ons land zich in de warme sector van een depressie bevond, op de 24e haalden de maxima lokaal 12 °C tot 14 °C (Stabroek en Deurne: 14,6 °C). De gemiddelde temperatuur van januari kwam uit op 6 °C (ref. periode 1981-2010: 3,3 °C).
Februari gooide het over een andere boeg, dat was juist een koude maand met gemiddeld 0,8 °C in Ukkel (ref. periode 1981-2010: 3,7 °C). Al in de eerste decade kregen we een behoorlijk koude nacht van 7 op 8 februari: in Ukkel bereikte het minimum -4,8 °C, in Hoog-België vroor het boven de sneeuwlaag ook streng, in Elsenborn zelfs zeer streng met een minimum van -16 °C. In het midden van de maand warmde het tijdelijk op waarbij de temperaturen in de warme sector van een depressie opliepen tot tussen 10 °C en 12 °C in Laag- en Midden-België, in de Hoge Ardennen kwamen de temperaturen dan voor het eerst die maand ruim boven 0 °C uit, tot 3 °C à 4 °C in de Hoge Venen. Nadien koelde het terug af en de echte winterkou kwam in de laatste dagen van februari: tussen de 26e en de 28e lagen de maxima rond of onder het vriespunt, de 28e werd de koudste dag van het jaar met maxima van -2,2 °C in Ukkel en -6 °C tot -7 °C in de hoogste delen van het land. De nacht van 27 op 28 februari was de koudste nacht met minima van -8 °C tot -10 °C in het centrum van het land en tot -18,1 °C in Elsenborn, de wind zorgde ervoor dat het nog een stuk kouder aanvoelde. De gemiddelde temperatuur voor de periode 21-28 februari was -1,9 °C in Ukkel.

In het begin van de eerste lentemaand maart bleef de winter nog aanhouden, op de 2e bleef het overdag vriezen met in Ukkel een maximum van -1,6 °C. Vanaf de 3e bereikte gevoelig zachtere lucht ons land, en op de 10e en 11e zorgden subtropische luchtstromingen ervoor dat we al lentewaarden bereikten met temperaturen tussen 15 °C en 17 °C. De winter gaf zich echter nog niet gewonnen, en op de 17e en 18e bereikte  zeer koude continentale lucht ons land met maximumtemperaturen van rond of onder het vriespunt in Laag- en Midden-België, zeer opmerkelijk voor midden maart. In Ukkel haalde het maximum op 17 en 18 maart amper respectievelijk -1,3 °C en -0,1 °C ! In de loop van de derde decade warmde het opnieuw op tot normale of vrij zachte temperaturen. De maand maart als geheel was eerder aan de koele kant, te verklaren door de koude in het begin en in het midden van de maand. Wel waren er nogal wat temperatuurschommelingen in de maand maart, wat geregeld voorkomt in het voorjaar.
Ook begin april bleef het nog wat 'thermisch wisselvallig', maar op de 7e en de 8e werd met een zuidelijke stroming warme lucht aangevoerd, op de 7e kwamen de maxima voor het eerst boven 20 °C uit en op de 8e lukte het zelfs om op een aantal plaatsen voor het eerst meer dan 25 °C te noteren: in Ukkel werd 24 °C bereikt, op een aantal plaatsen in Limburg 25 °C en meer, bijzonder hoge waarden voor deze tijd van het jaar.
Van de 17e tot de 22e kregen we een zeer warme periode voor de maand april: op de 19e stegen de temperaturen naar 27 °C tot 29 °C (Schaffen: 29,2 °C, Kleine Brogel: 28,8 °C), ook op de 20e was dat nog het geval in het centrum en oosten van het land (Kl. Brogel: 29,1 °C), op beide dagen haalde men in Angleur (Luik) zelfs nipt 30 °C.
De warme aprilmaand werd gevolgd door een zeer warme maand mei: in het begin van de maand stegen de temperaturen geleidelijk aan naar zomerse waarden tussen de 6e en de 9e, vervolgens brak een periode aan waarin koelere en warme dagen elkaar afwisselden (10-20 mei). In de laatste decade van de maand gingen de temperaturen terug in stijgende lijn, de laatste dagen van de maand was het erg warm en broeierig met temperaturen tot lokaal rond 30 °C, ook de nachten waren eind mei behoorlijk warm, in de nacht van 28 op 29 mei was het minimum lokaal 18 °C tot 20 °C.
De gemiddelde temperatuur van mei was 16,3 °C zodat het record uit 2008 (16,4 °C) nipt overeind bleef.
De lente als geheel was met een gemiddelde temperatuur van 11,5 °C (ref. periode 1981-2010: 10,1 °C) de vierde warmste sinds het begin van de meetreeks na de lentes van 2007, 2011 en 2014.

Toen brak de zomer aan ... het werd de warmste zomer in ons land sinds het begin van de meetreeks met een gemiddelde temperatuur in Ukkel van 19,8 °C (ref. periode 1981-2010: 17,5 °C), het vorig record van 19,7 °C dateerde uit 2003 en werd dus nipt verbroken. De 3 zomermaanden waren warmer dan normaal, maar de warmste maand was juli met een gemiddelde temperatuur van maar liefst 22 °C, dat is meer dan 3,5 °C boven het langjarig gemiddelde (het werd de tweede warmste julimaand uit de meetreeks, na juli 2006).
In juni kregen we een afwisseling van zomers hogedrukweer en korte wisselvalligere periodes waarbij de temperaturen ietwat aan de koele kant waren: het was eerder koel op de 1e en de 2e, tussen 12 en 14 juni, op 17 juni en op 21 en 22 juni. Op die data bleven de temperaturen meestal beneden 20 °C. In de bijzonder warme julimaand was enkel de 10e een koele dag (veel bewolking en wat lichte neerslag hielden de temperaturen onder controle), de rest van de maand juli verliep warm, hoewel de warmte tot rond 23 juli nog gematigd was...
De warmste periode binnen deze extreem warme zomer was de periode 24 juli - 7 augustus: de gemiddelde temperatuur over deze 15 dagen bedroeg te Ukkel 24,4 °C (ter vergelijking: het langjarig gemiddelde voor de maanden juli en augustus is in Ukkel respectievelijk 18,4 °C en 18 °C). De warmste dagen van het jaar waren 26 en 27 juli en 7 augustus: in Ukkel bereikte het maximum op die dagen respectievelijk 35,4 °C; 35,4 °C en 34,8 °C. Elders in het land werden nog hogere waarden gemeten, op vele plaatsen tussen 36 °C en 38 °C; de hoogste temperatuur werd gemeten in Hechtel-Eksel op 27 juli met 38,8 °C. Opmerkelijk zijn ook de extreem hoge temperaturen gemeten in de westelijke landshelft: zo was het maximum in Lichtervelde op 26 en 27 juli respectievelijk 36,7 °C en 37,7 °C, in Moere (Gistel) werd 37,4 °C gemeten op 27 juli en in Assebroek (Brugge) 37,1 °C op diezelfde dag. Ook 's nachts was het soms bijzonder warm met in de laatste decade van juli 4 tropische nachten in Ukkel (Min >= 20 °C): het minimum van 23, 25, 26 en 27 juli was hoger dan 20 °C. Opmerkelijk was het minimum van Bièrset (Luik) met 24 °C op 27 juli.
Na de hitte in augustus volgde een periode met vrijwel normale temperaturen die vaak schommelden tussen 20 °C en 25 °C, maar op de 25e en de 26e augustus was het enigszins koel, op de 25e lagen de maxima op vele plaatsen rond 17 °C à 18 °C. Ook 's nachts koelde het al flink af in de polaire lucht met temperaturen die in de nacht naar de 26e bijna overal tot onder 10 °C daalden (Ukkel: 9 °C, Deurne: 5,9 °C, Stabroek: 6,4 °C), in de zuidelijke landshelft werd het nog kouder, het minimum was 0 °C in Gouvy en 0,2 °C in Elsenborn.
Dagen met maxima lager dan 20 °C worden in de zomer vaak als koel ervaren, in Ukkel waren dat 9 dagen in juni (verspreid over de maand), 1 in juli en 6 in augustus (in de laatste decade).

We merken nog op dat de periode april - augustus met een gemiddelde temperatuur van 17,8 °C extreem warm is verlopen. (ref. periode 1981-2010: 15,2 °C). Een dergelijke afwijking van +2,6 °C over zo'n lange periode is nooit eerder voorgekomen sinds het begin van de metingen in Brussel-Ukkel sinds 1833. Het vorig record van hoogste gemiddelde temperatuur voor deze periode dateert uit 2003 met 16,8 °C.


Hitte en de droogte tijdens de zomer van 2018 : uitgedroogde natuur werd ons deel, zoals hier in
Floreffe (provincie Namen)
Foto genomen op 2 augustus door Guillaume Bille

Na de bijzonder warme zomer lag de gemiddelde temperatuur van september dicht bij het langjarig gemiddelde. De eerste 20 dagen waren nog warm, maar de derde decade was een stuk frisser en vooral opvallend was het koude slot van de maand met op de 30e minima tot rond het vriespunt in de provincies Antwerpen en Limburg (Retie: +0,2 °C, Genk: -0,3 °C) en tot -3,7 °C in Elsenborn (Butgenbach). De 23e was een regenachtige en kille dag, in Ukkel werd het slechts 12 °C.

Oktober verliep dan weer warmer dan gemiddeld, de tweede decade (10-20 oktober) was zelfs extreem warm met een gemiddelde temperatuur van maar liefst 16,5 °C (ref. periode 1981-2010: 11,1 °C). Vooral op 13 en 16 oktober liepen de temperaturen op tot boven 25 °C op verschillende plaatsen (met behoorlijk wat zon), in Ukkel was het maximum op beide dagen 25,6 °C (16 oktober is voor Ukkel de meest laattijdige datum waarop > 25 °C werd gemeten, toeval wil dat het ook in 2017 op 16 oktober meer dan 25 °C werd).
Op andere plaatsen stegen de temperaturen nog iets hoger: op 13 oktober werd het in Koersel en Kleine Brogel bijvoorbeeld respectievelijk 27,3 °C en 27,2 °C.
De gemiddelde temperatuur van de eerste 20 dagen was in Ukkel 14,9 °C (ref. periode 1981-2010: 11,9 °C)
In de loop van de derde decade (21-31 oktober) werd het geleidelijk aan minder warm en tussen de 27e en 30e was het nogal koud voor de tijd van het jaar met maxima onder 10 °C in het centrum van het land. Op de 28e en 29e was het in Ukkel op het warmste ogenblik van de dag slechts respectievelijk 6,3 °C en 5,5 °C, in Mont Rigi (nabij Botrange) respectievelijk 2,7 °C en 2,6 °C (we merken het groot temperatuurverschil op tussen midden oktober toen de temperaturen nog 25 °C bereikten in het binnenland en de maxima van 28/29 oktober). De laatste decade van oktober was gevoelig kouder dan de tweede en heeft ervoor gezorgd dat oktober 2018 die aanvankelijk op weg was om extreem warm te worden, weliswaar warm was maar thermisch toch nog normaal de geschiedenis inging.
In de eerste helft van november was het overwegend zacht, soms zelfs zeer zacht met op de 6e  maxima tot 18 °C à 19 °C en plaatselijk tot meer dan 20 °C. Na 15 november brak een koelere periode aan met meer normale temperaturen voor de tijd van het jaar, aan het einde van de maand werd het terug zacht. December ging bijzonder zacht van start met op de 2e en 3e maxima tussen 13 °C en 15 °C (in Ukkel respectievelijk 13,7 °C en 13,6  °C), de tweede decade verliep gevoelig frisser (vooral tussen 12 en 15 december met dan ook negatieve maxima in Hoog-België), tussen 20 en 24 december kregen we terug een zacht intermezzo, om het jaar af te sluiten met min of meer normale temperaturen.

Tabel 1 : gemiddelde maandtemperaturen (in °C) te Ukkel in 2018 (TT), de normaalwaarden (NORM : ref. periode 1981-2010) en de afwijking tov de normaalwaarden (δ)

2018

TT 

NORM 

δ 

2018

TT 

NORM

δ 

jan 

6,0 

3,3 

+2,7 

jul

 22,0

18,4 

+3,6 

feb 

0,8 

3,7 

-2,9 

aug

 19,4 

18 

+1,4 

mrt 

5,4

6,8

-1,4 

sep

15,4 

14,9 

+0,5 

apr 

13,0

9,8 

+3,2

okt

12,6 

11,1 

+1,5 

mei 

16,3

13,6

+2,7

nov

7,4 

6,8 

+0,6 

jun 

  18,1 

16,2

+1,9 

dec

5,8 

3,9 

+1,9 

2. Aantal dagen met karakteristieke temperatuur

Dat het een warm jaar was, blijkt ook uit het aantal dagen met karakteristieke temperatuur.

In Ukkel waren er 132 warme dagen  (Max >= 20 °C) het voorbije jaar (ref. periode 1981-2010: 88,9 d). Dit is een recordhoog aantal (sinds 1901), het vorig record was 131 en dateert uit 1959.
In de lente werd het 28 keer meer dan 20 °C (normaal: 15,5 d), dit is een uitzonderlijk hoog aantal (slechts één keer overtroffen in 2011 toen er 30 warme dagen waren in de lente). In april waren er 8 warme dagen en in de zeer warme maand mei 20.  De eerste warme dag kregen we in Ukkel op 7 april met een maximum van 21,4 °C.
Tijdens de zomer was het aantal warme dagen met 76 uitzonderlijk hoog (normaal: 61,5 d).
In de herfst werd het nog op 28 dagen meer dan 20 °C: op 17 dagen in september en op 11 dagen in oktober. De laatste warme dag was in Ukkel 17 oktober met een maximum van 20,2 °C. 

Het aantal zomerse dagen (Max >= 25 °C) bedroeg in Ukkel 61 (ref. periode 1981-2010: 28,1 d), dit is het tweede hoogste aantal sinds 1901. Het record dateert uit 1947 met 66 zomerse dagen. In de legendarische zomer van 1976 waren er 'slechts' 50 zomerse dagen.
In de lente waren er 13 zomerse dagen: 4 in april en 9 in mei. De eerste zomerdag in Ukkel was 18 april.
De weerkundige zomer telde in totaal 43 zomerdagen (normaal: 22,8 d): 7 in juni, 26 in de bijzonder warme juli en 10 in augustus.
In de herfst waren er nog 5 zomerse dagen: 3 in september en 2 in oktober. De laatste zomerdag van dit jaar deed zich voor op 16 oktober.

Er waren 9 hittedagen in Ukkel (Max >= 30 °C) (ref. periode 1981-2010: 4 d). Voor de eerste hittedag moesten we in Ukkel wachten tot 24 juli, in totaal telde juli 4 hittedagen en augustus 5.
We kregen 2 hittegolven, de eerste tussen 13 juli en 27 juli (15 dagen) en de tweede van 29 juli t/m 7 augustus (10 dagen). Tussen beide hittegolven was er slechts één dag waarop het maximum in Ukkel nipt geen 25 °C haalde (24,6 °C op 28 juli). Op vele plaatsen in het centrum en oosten van het land stegen de maxima op de 28e juli wel boven 25 °C zodat we daar konden spreken van één lange hittegolf van 13 juli t/m 7 augustus. In Kleine Brogel (Peer) duurde de hittegolf 29 dagen: van 11 juli t/m 8 augustus (29 opeenvolgende dagen) stegen de temperaturen dagelijks tot boven 25 °C, waarvan 16 keer boven 30 °C (waarvan 4 keer zelfs boven 35 °C) !

28 februari 2018: de koudste ochtend en dag van het jaar met maxima die licht negatief
bleven in Laag- en Midden-België en onder -5 °C lagen op de Hoogplateaus.
De matige tot soms vrij krachtige oostelijke wind verscherpte het koudegevoel.
Kleine rivieren in de Hoge Venen waren volledig bedekt met ijs.
Fot
o :  Alexis Papapanayotou

Het aantal vriesdagen (Min < 0 °C) bedroeg te Ukkel 45 (ref. periode 1981-2010: 44 d).
januari telde er 1, februari 21, maart 9 , november 4 en december 10. De laatste vorstdag in het voorjaar was 21 maart en de eerste vorstdag in het najaar 17 november. Op 5 dagen was het minimum < - 5 °C, dat was zo van 26 februari t/m 2 maart.

In Ukkel waren er 6 winterse dagen (Max < 0 °C) (ref. periode 1981-2010: 7,4 d): het valt op dat deze dagen met negatieve maxima zich vrij laat in het seizoen hebben voorgedaan: de temperaturen bleven in Ukkel negatief van 26 t/m 28 februari, op 2 maart en op 17 en 18 maart. Zeker de 2 laatste winterse dagen na midden maart vielen uitzonderlijk laat. We merken wel op dat er in het recente verleden nog winterse dagen zijn voorgekomen in de tweede decade van maart (10-20 maart), namelijk op 11 en 12 maart 2013, ook dit was erg bijzonder !   

Opvallend is ook dat er dit jaar slechts enkele weken lagen tussen de laatste winterdagen en de eerste (bijna) zomerdagen in het land. Terwijl de maxima op 17 en 18 maart slechts rond of zelfs onder het vriespunt lagen, werd het op 8 april al 24 °C tot 26 °C op vele plaatsen in het binnenland. In Koersel was het maximum op 17 maart -1,2 °C en op 8 april 26 °C, in Ukkel was dat respectievelijk -1,3 °C en 24 °C !

 

3. De neerslag

Het afgelopen jaar was een zeer abnormaal droog jaar: in Ukkel viel 650,2 mm neerslag (ref. periode 1981-2010: 852,4 mm), zo'n 76 % van het langjarig gemiddelde. Om een droger jaar terug te vinden, moeten we teruggaan naar 1989, toen viel er 639,5 mm.
Het neerslagtotaal voor Ukkel was niet representatief voor het land, op sommige plaatsen was het droger dan in Ukkel, zoals in Ransberg (Kortenaken) waar 547,1 mm werd genoteerd, in Kapelle-op-den-Bos waar het jaartotaal 571,2 mm bereikte en in Herne waar slechts 476,4 mm viel ; op andere plaatsen verliep het jaar juist natter, zo viel in Lichtervelde 702,9 mm en in Assebroek (Brugge) 763,6 mm.

Geen enkele kalendermaand verliep kletsnat te Ukkel, slechts in een paar kalendermaanden werd het normaal neerslagtotaal bereikt of overtroffen, dat was het geval in de maanden januari (80,8 mm tegenover een langjarig gemiddelde van 76,1 mm), maart (70,5 mm tegenover 70 mm), april (66,3 mm tegenover 51,3 mm) en december (93,2 mm tegenover 81 mm). Februari was een koude maar droge wintermaand met 21,2 mm neerslag (ref. periode 1981-2010: 63,1 mm)
Van mei tot en met november werd het weer hoofdzakelijk bepaald door hogedrukgebieden, in die periode lagen de neerslaghoeveelheden systematisch onder het langjarig gemiddelde te Ukkel, de grootste tekorten deden zich voor in de maanden mei en juni met respectievelijk slechts 13,9 mm en 15,8 mm neerslag (ref. periode 1981-2010: 66,5 mm en 71,8 mm); het neerslagtotaal van deze 2 opeenvolgende maanden was 29,7 mm en nooit eerder zo laag sinds het begin van de meetreeks in 1833, het vorig record dateert uit 1921 met 35,2 mm. De maand mei verliep niet overal extreem droog, in de laatste 10 dagen van de maand zorgden onweerachtige buien voor ‘lokaal’ grote neerslaghoeveelheden: op 24 mei viel 51 mm in Melsbroek, terwijl in Ukkel slechts 0,6 mm werd gemeten; op 26 mei gaf een onweer met felle regen en hagel ‘lokaal’ tussen 50 en 70 mm neerslag in de streek van Oostende, in Middelkerke viel ‘maar’ 26 mm wat het lokaal karakter van de buien nogmaals illustreert. Ook in de andere streken waren er plaatselijk felle buien. Op 1 juni viel er zeer veel neerslag in het oosten van het land : zo viel in Rutten (Tongeren) 74,1 mm, in Gorsem 66,2 mm, in Begijnendijk 64,7  mm....
Delen van het centrum van het land ontsnapten echter grotendeels aan de onweders in mei en juni wat het laag neerslagtotaal voor Ukkel kan verklaren.

 

27 mei: de streek van Oostende werd getroffen door hevige neerslag en wateroverlast.
We merken hier de aanwezigheid van mammatus, linksboven op de foto
Foto: webcam KMI Zeebrugge


In de maanden juli en augustus bleef het over het algemeen zeer droog, maar voor Ukkel lagen de neerslaghoeveelheden met 49,7 mm en 69,2 mm voor respectievelijk juli en augustus nog relatief dicht  bij de langjarige gemiddelde waarden als gevolg van 2 belangrijke dagsommen: op 26 juli gaf een onweer in de late namiddag op korte tijd 27,8 mm (met wateroverlast in het Brusselse tot gevolg) en op 16 augustus was een koufront verantwoordelijk voor 33,3 mm neerslag.
Zoals reeds vermeld waren er dus lokale onweerachtige buien in een zeer droge periode, maar voor plaatsen die keer op keer ontsnapten aan de buien liepen de neerslagtekorten flink op: op sommige plaatsen viel slechts sporadisch wat neerslag tussen begin juni en 7 augustus (het einde van de grote hitte): zo viel in Ransberg (Kortenaken) tussen 2 juni en 7 augustus amper 4,3 mm en in Lichtervelde tussen 1 juni en 27 juli slechts 2,2 mm ! Tussen 1 juni en 20 juli werd in Middelkerke en Passendale respectievelijk 0,6 mm en 0,8 mm gemeten !

In het najaar waren de maanden september, oktober en november telkens iets droger dan gemiddeld en de belangrijkste neerslagsommen waren telkens geconcenteerd op slechts enkele dagen: zo viel er in Ukkel op 5, 22 en 23 september respectievelijk 16,4 mm; 10 mm en 23 mm neerslag, hetzij ruim 75 % van het maandtotaal (65,3 mm) op 3 neerslagdagen. Oktober was lange tijd behoorlijk droog, maar het dagtotaal van de 26e, 29e en 30e was respectievelijk 6,2 mm; 23,1 mm en 7,3 mm, wat er opnieuw op neerkomt dat een goeie 75 % van het oktober-neerslagtotaal (48,3 mm) werd gemeten op slechts 3 dagen. Ook in november viel het gros van de neerslag op een relatief beperkt aantal dagen.

December was de eerste maand na de lange droogteperiode waarin het neerslagtotaal het langjarig gemiddelde bereikte en overtrof. Aan het begin van de maand kregen we te maken met een verstoord weertype met regelmatig regen, de eerste 10 dagen leverden 50,4 mm neerslag op in Ukkel, het was de natste tiendaagse periode van het jaar, ook in de rest van de maand viel er nog af en toe regen zodat het op de valreep nog een iets te natte maand werd met 93,2 mm neerslag (ref. periode 1981-2010: 81 mm).

De neerslagfrequentie was uitzonderlijk laag: het aantal dagen met meetbare neerslag (minstens 0,1 mm) was te Ukkel 142 (ref. periode 1981-2010: 198,7 d). Dit is het laagste aantal sinds het begin van de metingen in Brussel-Ukkel in 1833, het vorig record dateert uit 1921 met 153 neerslagdagen.
In de maanden januari en maart was het aantal neerslagdagen normaal, in februari abnormaal laag. 
Vanaf de maand april tot en met december lag het aantal neerslagdagen stelselmatig onder het langjarig gemiddelde, in de maanden juni en juli samen (61 dagen) waren er slechts 9 dagen met meetbare neerslag in Ukkel. De langste periode met praktisch geen neerslag in Ukkel liep van 8 juni tot en met 3 juli (26 opeenvolgende dagen): er viel slechts 0,3 mm neerslag. In augustus regende het op iets meer dagen maar toch was het aantal neerslagdagen voor de zomer als geheel met 20 uitzonderlijk laag (ref. periode 1981-2010: 44 d).
Ook in de najaarsmaanden regende het op erg weinig dagen zodat het totaal aantal neerslagdagen voor de herfst met 32 ook ver onder het langjarig gemiddelde strandde (ref. periode 1981-2010: 51 d).
In december tenslotte lag het aantal neerslagdagen met 17 dicht bij normaal (ref. periode 1981-2010: 19,3 d).

In Ukkel was de neerslag geheel of gedeeltelijk vergezeld van sneeuw gedurende 9 dagen in 2018 (ref. periode 1981-2010: 19,2 d): 17 januari, 5,9,11 en 26 februari, 2 maart, 17,18 en 20 maart. 
Op 9 februari gaf een zwakke storing een sneeuwdek tot zo'n 2 cm in de late namiddag. In de loop van 2 maart viel sneeuw en dit gaf aanleiding tot een sneeuwdek van 3 cm in het Brusselse. Ook elders in Laag- en Midden-België viel over het algemeen enkele centimeter sneeuw op deze data. Op 17 en 18 maart viel wat winterse neerslag (bij het binnenstromen van zeer koude lucht uit het noorden/noordoosten) wat hier en daar aanleiding gaf tot een dun sneeuwdekje.
In tegenstelling tot de lage streken waar sneeuw maar een schaars verschijnsel was in 2018, viel er in de hoogste delen van het land meer sneeuw. Na de passage van een koufront op 15 januari kwamen we in polaire lucht terecht zodat de neerslag winters werd, zeker in Hoog-België gaf dit sneeuw: op de 20e en 21e bereikte het sneeuwdek in Mont Rigi 15 à 16 cm, op de 22e 20 cm. Tussen de 22e en 24e dooide het zodat de sneeuw volledig wegsmolt. Aan het einde van januari kwamen we terug in koudere luchtstromingen terecht zodat de sneeuw terugkeerde, in de Hoge Venen werd begin februari een sneeuwlaag gevormd van ruim 10 cm en doordat februari koud was, bleef de sneeuw heel de maand liggen. Tegen de 7e was het sneeuwdek aangedikt tot zo'n 15 cm en tegen 12 februari tot 25 cm, de dikste sneeuwlaag van het jaar. Na de 12e werd het overwegend droog, de sneeuwdikte verminderde geleidelijk aan maar op het einde van de maand kwam er terug wat sneeuw bij zodat er bij de maandwissel (naar maart) zo'n 14 cm lag. De winter kende een uitloper in het begin van de maand maart zodat de sneeuwlaag niet meteen verdween, op 3 maart lag er 14 cm sneeuw in Mont Rigi, de dagen nadien nam het sneeuwdek af en tegen 10 maart lag er geen sneeuw meer. Verder in de maand maart waren er nog enkele korte sneeuwepisodes in Hoog-België met evenwel geen bijzonder grote hoeveelheden sneeuw:
In het najaar viel de eerste sneeuw eind oktober : op 30 oktober viel in de zuidelijke landshelft smeltende sneeuw en sneeuw, de meeste sneeuw viel in de regio 'Tussen Samber en Maas', in het zuiden van de provincie Namen, in de ochtend en voormiddag; in Presgaux (Couvin) werd tot 6 cm sneeuw gemeten. In de loop van de namiddag smolt de sneeuw maar sneeuwde het in het oosten van het land op de Hoogten. Deze vrij vroege sneeuwval is uiteraard opmerkelijker in de regio 'Tussen Samber en Maas' dan in de hoogste delen van het land.
In november en december waren er enkele korte periodes met winterse neerslag: op 19, 20, 21 en 24 november viel er wat sneeuw in Hoog-België, op de 24e lag er tot 2 cm in Mont Rigi (Waimes). Ook in de tweede decade van december keerde de sneeuw terug in Hoog-België, ook al bleven de hoeveelheden erg beperkt. Tussen de 10e en 15e lagen er wat sneeuwresten in de Hoge Venen en Oostkantons tot hooguit 1 cm nabij Mont Rigi. Een storing bracht in de nacht van 15 op 16 december tot 4 à 5 cm sneeuw in Hoog-België (Hoge Venen - Ardennen), en in het oostelijk deel van Laag- en Midden-België tot 2 à 3 cm.

 

 4. De zonneschijnduur

Het afgelopen jaar was zeer abnormaal zonnig: de totale zonneschijnduur bedroeg te Ukkel 1.898,6 uur (ref. periode 1981-2010: 1.544,6 uur) !

Hoewel het jaar als geheel bijzonder zonnig is verlopen, was de start erg somber. In januari was de zonneschijnduur uitzonderlijk laag met amper 27 uur zon (ref. periode 1981-2010: 58,6 uur). Er waren ook 26 sombere dagen tegenover een langjarig gemiddelde van 20,3.
Vanaf februari keerde het tij, die maand werd uitzonderlijk zonnig met maar liefst 149,5 uur zon (ref. periode 1981-2010: 76,6 uur) en slechts 7 sombere dagen, tegenover 16,6 normaal. We moeten al teruggaan naar 1975 om een zonnigere februari terug te vinden (157 uur zon).
De maanden maart en april waren normaal wat de zonneschijnduur betreft (maart gaf wat minder zon dan gemiddeld, april iets meer), de maand mei was abnormaal zonnig waardoor de lente als geheel aan de zonnige kant was.
De zomer was abnormaal zonnig en dit had alles te maken met de zeer zonnige julimaand: in die maand scheen de zon in Ukkel 298,2 uur (ref. periode 1981-2010: 200,7 uur) en was er slechts 1 sombere dag (ref. periode 1981-2010: 9,5 d). In juni en augustus lag de zonneschijnduur dicht bij normaal.
Na een zonnige zomer beleefden we een uitzonderlijk zonnige herfst: in totaal scheen de zon over de 3 herfstmaanden 471,2 uur (ref. periode 1981-2010: 322 uur). Het was het 4e zonnigste najaar sinds het begin van de metingen van de zonneschijnduur in Brussel-Ukkel in 1887.
De laatste maand van 2018 was normaal qua zonduur met 50,3 uur zon tegenover gemiddeld 45,1 uur.


6 november 2018: prachtige zonsondergang in Nijvel als slot van een zonnige en zeer
zachte najaarsdag met temperaturen die op sommige plaatsen meer dan 20 °C bereikten

Foto: Attila Fekete

 

576 bezoekers online

Wie zijn wij ?

In het kielzog van MeteoBelgique zag MeteoBelgië een paar jaar later in 2006 het levenslicht. MeteoBelgië heeft kunnen profiteren van het groeiproces en de vermaardheid van zijn grote broer om aan de Nederlandstalige gemeenschap van ons land een betrouwbare website voor te stellen op het gebied van weersvoorspellingen, klimaatanalyses en realtime waarnemingen.

Volg ons

FacebookTwitter