Waarschuwingen
Waarschuwingen

Extreme weerfenomenen in België

Hoewel ons land een gematigd maritiem klimaat kent met zachte winters, frisse zomers en neerslag in alle jaargetijden, kunnen zich soms extreme weersomstandigheden voordoen. Ons land ligt in een zone waar koude, polaire lucht uit het noorden en warme, subtropische lucht uit het zuiden elkaar ontmoeten, wat maakt dat heel veel mogelijk is in België: koudegolven, hittegolven, zware overstromingen, hevige onweders en hevige sneeuwval, ...

Sommige fenomenen komen heel het jaar door voor, andere enkel in bepaalde seizoenen. Naar aanleiding van de verschillende aanvragen tot inlichtingen vindt u hieronder een overzicht van de verschillende extreme weerfenomenen die mogelijk zijn op het Belgisch grondgebied en de frequentie waarmee zij voorkomen in de loop van een jaar (aangezien bepaalde fenomenen niet in alle streken van het land even frequent voorkomen, hebben we gekozen voor het centrum van het land als referentie).

Hittegolven en hittedagen

20130721HuyJLRondiaHittegolven in België: na de 2 historische hittegolven van 2003 en 2006, heeft België er nog 2 gekend,
weliswaar minder intens, in 2010 en 2013, rond de nationale feestdag. Foto : Jean-Louis Rondia

Onder hittegolf verstaan we in België een periode van minstens 5 opeenvolgende dagen waarop het maximum van de luchttemperatuur minstens 25 °C bereikt, waarvan 3 met minstens 30 °C. (Referentiestation : Ukkel)

Een hittedag is een dag waarop de temperatuur minstens 30 °C bereikt, een zomerdag is een dag waarop de temperatuur minstens 25 °C haalt. We kunnen dus stellen dat een hittegolf (zie hierboven) een periode is met minstens 5 opeenvolgende zomerdagen, waarvan 3 hittedagen. 

freq tempete

Hittedagen zijn mogelijk, maar eerder zeldzaam in de maand mei. Voor een hittegolf is het wachten tot juni, vooral vanaf de tweede helft van die maand is een hittegolf al goed mogelijk, en uiteraard ook in de warmste maanden van het jaar, juli en augustus. In het najaar kan de tropische grens van 30 °C bereikt worden in Ukkel tot 20 september.

Velen herinneren zich nog wel de zomer van 2003, een zeer warme zomer met verschillende hittegolven. Het was trouwens de warmste zomer ooit in ons land. De meest intense hittegolf kende België echter in 1976. Die zomer scoorde iets minder hoog wat betreft gemiddelde temperatuur in vergelijking met de zomer van 2003 doordat er in de zomer van 1976 ook af en toe koelere periodes waren, maar uit 1976 onthouden we vooral de periode tussen 23 juni en 8 juli. In Ukkel steeg de temperatuur op 16 opeenvolgende dagen tot boven 30 °C. Samen met de belangrijke droogte in dat jaar gaf dit aanleiding tot een groot watertekort in ons land.  

De laatste intense hittegolf die ons land gekend heeft, is deze uit 2006. Sinds dan hebben we nog enkele hittegolven gehad, maar minder intens, zoals deze van juli 2010 en juli 2013.

Koudegolven

63panneIndrukwekkende ijsschots op de dijk van De Panne, tijdens de strenge winter 1962-1963. Foto : edo

Een koudegolf is een periode waarin de minimumtemperatuur lager dan -2 °C ligt gedurende minstens 7 opeenvolgende dagen en gedurende dewelke één van de volgende voorwaarden is vervuld: - het minimum ligt in deze periode minstens 2 keer lager dan -7 °C OF - het maximum is gedurende minstens 3 dagen negatief gebleven (referentiestation: Ukkel, waarnemingen om 8 uur 's morgens).

 

freq tempete

Een koudegolf is mogelijk vanaf de tweede helft van de maand november (zoals in november 1998), maar het blijft zeldzaam. Vanaf de maand december komen koudegolven frequenter voor. Uiteraard is dat zeker zo in de maanden januari en februari, in deze maanden komen de meeste koudegolven voor. Ook in de maand maart is een koudegolf mogelijk, vooral in het begin van de maand, als uitloper van een koudegolf die aanving in de maand februari. Nochtans kunnen we eveneens nog een koudegolf krijgen die begint in de maand maart, dit is mogelijk tot rond half maart : uit het recente verleden onthouden we de maand maart 2013, waar de temperaturen heel de dag negatief bleven op 11 en 12 maart, met bovendien een belangrijke sneeuwlaag. In de ochtend van 13 maart daalde de temperatuur in Ukkel tot onder - 10 °C (strenge vorst). Koude dagen zijn nog mogelijk tot in april, maar zonder dat we kunnen spreken van een koudegolf.

De belangrijkste koudeegolven waren deze van de winter 1963 (de langste in ons land, van eind december 1962 tot begin maart 1963), deze van februari 1956 (de meest intense), deze van de jaren '80 (januari en februari 1985, februari 1986 en januari 1987), en de meer recente koudegolven tussen 2009 en 2013.

Tijdens koudegolven kan de temperatuur zakken tot -18 °C in Ukkel (zoals in januari 1940) en tot rond -30 °C in het land (zoals in Rochefort in januari 1940).

Sneeuw

20130721HuyJLRondia

December 2010 : 'De sneeuwmaand bij uitstek'. We beleefden de eerste echte witte Kerst sinds 1964
Foto : David Herten

Sneeuw wordt vaak geassocieerd met grote koude, maar in België is dit zelden het geval. Belangrijke sneeuwval doet zich vaak voor bij temperaturen rond het vriespunt, soms zelfs bij licht positieve temperaturen : de sneeuw blijft dan uiteindelijk toch liggen door isothermie.

Sneeuw in Laag- en Midden-België is mogelijk eind oktober (zoals in oktober 2003), maar blijft nooit lang liggen. Vooral na 15 november kan het al flink sneeuwen in de lage streken, hoewel het zelden voorkomt dat de sneeuw verschillende dagen op de bodem blijft liggen. De 'sneeuwmaanden' bij uitstek zijn vooral de wintermaanden december, januari en februari. Nochtans is december minder sneeuwrijk dan de overige wintermaanden, zo is de kans groter om een witte Valentijn mee te maken dan een witte Kerst in het centrum van het land. Het kan nog sneeuwen in de maand maart, en soms nog in belangrijke hoeveelheden, al heeft de zon reeds meer kracht en blijft de sneeuw hierdoor meestal  niet lang liggen. Er zijn echter uitzonderingen: de sneeuw van 11 en 12 maart 2013 leverde in Ukkel nog 13 cm sneeuw op, en bovendien bleef de sneeuw een aantal dagen op de bodem liggen ! In de maand april kan het sneeuwen, zonder dat dit aanleiding geeft tot een sneeuwdek. Ook in de maand mei tenslotte kan het nog eens sneeuwen, maar het gaat dan om smeltende sneeuw en dit is uitzonderlijk voor Laag- en Midden-België.

freq tempete

3 mogelijke scenario's om belangrijke sneeuwval te krijgen in Laag- en Midden-België :

- Noordelijke/noordwestelijke luchtstromingen die zeer koude polaire lucht over onze streken aanvoeren: : dat was bijvoorbeeld zo eind november 1973: tussen een anticycloon ten westen van onze streken die zich uitstrekte van de golf van Biskaje tot Groenland en een diepe depressie van het noorden van Rusland tot het zuiden van Skandinavië werd polaire lucht tot over onze streken aangevoerd. Deze zeer koude lucht in de hogere etages van de troposfeer in combinatie met het nog warme Noordzeewater resulteerde in een belangrijke onstabiliteit van de atmosfeer en gaf een belangrijke sneeuwlaag in het centrum van het land: in de ochtend van 28 november werd 34 cm sneeuw gemeten in Ukkel, net zoals op 29 en 30 november 1925. Het sneeuwrecord voor Ukkel van 35 cm dateert van de avond van 11 februari 1902.

- Een gedeelte van de polaire vortex maakt zich los, en komt zich over onze regio vestigen onder de vorm van een koude put: dit vrij statisch fenomeen levert belangrijke sneeuwdiktes op: dit was bijvoorbeeld het geval eind november 2005 en leverde 21 cm sneeuw op in Ukkel in de ochtend van 26 november, en dit ondanks licht positieve temperaturen.

- Terugkeer uit het oosten / terugkeer-occlusie: voor onze streken is dit zonder twijfel de beste synoptische situatie voor een 'duurzame' sneeuwval, bij temperaturen die vaak (ruim) negatief zijn. Deze situaties doen zich voornamelijk voor in het 'hart van de winter'. We herinneren ons nog de sneeuwval van 23 december 2010, die 20 cm sneeuw opleverde tegen de ochtend van de 24e in Ukkel, en ons vervolgens de mooiste witte Kerst bezorgde sinds 1964. De sneeuw werd geproduceerd uit een storing die vanuit het oosten/zuidoosten over ons land trok. De iets oudere generatie herinnert zich mogelijk nog wel de overvloedige sneeuwval van 12 en 13 januari 1985, met temperaturen ruim onder -5 °C, uiteindelijk bereikte de sneeuwdikte 23 cm in de ochtend van 13 januari 1985. We kunnen stellen dat januari 1985 in zekere zin een uitzondering vormde: gewoonlijk zijn zeer koude wintermaanden (waar ook januari 1985 toebehoort) sneeuwarm, en wanneer er dan toch sneeuw valt, is dit veelal in geringe hoeveelheden (zoals in februari 1986, januari 1987, januari 1997 ...).

 

Hevige onweders (en hagel)

20130721HuyJLRondiaIndrukwekkende arcus kondigt intens onweer aan aan onze Belgische kust, in augustus 2013.

Onweders zijn heel het jaar door mogelijk in België. Nochtans vinden we de hevigste onweders terug van mei tot september,  omwille van de aanwezige warmte en vochtigheid in die periode, die een belangrijke convectie toelaten, en omdat de top van de cumulonimbi (onweerswolken) zich hoger in de atmosfeer bevindt in de zomer dan in de winter, wat zorgt voor een grotere temperatuurgradiënt tussen de basis en de top van de wolk, en dus voor potentieel hevigere fenomenen.

freq tempete

Gekoppeld aan deze hevige onweders, buiten de overstromingen als gevolg van hevige neerslag in een korte tijd, vermelden we nog tornado's en hagel, alsook rukwinden ('downburst' of valwinden, die meer dan 100 km/h kunnen halen, en die in de pers soms verkeerdelijk 'mini-tornado's' worden genoemd).

Ieder jaar richten onweders in ons land schade aan, hetzij als gevolg van overvloedige neerslag (cfr zware overstromingen in de provincie Waals-Brabant vorige zomer in juli) , of hagel (denken we aan de hagelbuien in het Pinksterweekeinde vorige jaar) of door felle rukwinden of tornado's.

Storm

Schade als gevolg van de passage van storm Xynthia, op 28 februari 2010.

Wanneer we het over 'storm' hebben, verwijzen we naar de herfst- en winterdepressies die bij hun passage in onze streken neerslag brengen, maar vooral sterke rukwinden, die schade veroorzaken aan woningen, bomen doen ontwortelen ...

Stormen zijn het meest frequent in de herfst en de winter, maar het gebeurt dat ze ook voorkomen buiten deze seizoenen.  

freq tempete

We herinneren ons nog de 2 opeenvolgende stormen die in de kerstperiode van 1999 in Frankrijk grote schade veroorzaakten, ook het zuiden van ons land werd voor een deel geteisterd door deze stormen. Wat verder in de tijd, in de eerste maanden van 1990, werd België en een groot deel van West-Europa getroffen door verschillende opeenvolgende zware stormen met bijzonder veel materiële schade. In het recente verleden was er de storm Xynthia die ons land trof op 28 februari 2010.

Overstromingen

Zware overstromingen in Ittre (Waals-Brabant) als gevolg van verschillende felle onweersbuien op 29 juli 2014

Hierboven hadden we het al over de overstromingen ten gevolge van een onweer: plots, te wijten aan de intensiteit van de neerslag in een korte periode. Dit type van overstromingen doet zich grosso modo voor in de periode mei-september. Overstromingen in de herfst of de winter zijn te wijten aan belangrijke maar minder intense neerslaghoeveelheden, meestal het gevolg van het voorbijtrekken van verschillende opeenvolgende actieve neerslagzones. Het kan dan uren aan een stuk matig regenen. Bovendien is er in de winter weinig verdamping wat ook de overstromingen verder in de hand werkt.

freq tempeteBij het voorbijtrekken van opeenvolgende depressies is de bodem verzadigd en stijgt het niveau van de rivieren: er is dan gevaar voor overstromingen, en zeker in de winter na een periode met vorst: de bevroren bodem kan moeilijk water absorberen en het tegelijkertijd afsmelten van een eventueel sneeuwdek verergert de situatie alleen maar.

Luchtvervuiling

De luchtkwaliteit is zeer nauw verbonden met de weersomstandigheden. 

We leven in een zeer dichtbevolkte Europese regio (België, Nederland, het Duitse Ruhrgebied, het noorden van Frankrijk). Bovenop de vervuiling veroorzaakt door de steden (autoverkeer, verwarming) is er ook nog de luchtvervuiling gerelateerd aan landbouw- en industriële activiteiten.

freq pollution

We moeten een onderscheid maken tussen de slechte luchtkwaliteit in de winter en in de zomer: de oorzaken zijn verschillend, de gevolgen en het type van verontreinigende stoffen eveneens.

1. In de winter

Tijdens de passage van krachtige depressies, vooral uit het noordwesten, is er uiteraard geen probleem, er is dan voldoende menging. Wanneer er zich daarentegen een stabiele anticycloon over ons land of in de buurt van ons land vestigt, kan de situatie snel verslechteren.

Hogedrukgebieden in de winter kunnen zeer stabiel zijn en gedurende verschillende weken het weer beïnvloeden. Dit gaat dikwijls gepaard met een temperatuursinversie: koudere lucht blijft als het ware 'plakken' onderaan, terwijl het in de hogere luchtlagen warmer is. De beide luchtsoorten mengen zich niet en de inversie werkt als een soort van 'deksel': de vervuiling hoopt zich steeds meer op in de onderste luchtlagen dicht bij de grond. De concentraties van vervuilende stoffen uitgestoten door de steden en de industrie (vooral fijn stof, zwaveldioxide en stikstofoxiden) verhogen snel om soms kritieke drempels te overschrijden: maatregelen worden dan getroffen om bijvoorbeeld het wegverkeer te beperken (smogalarm, in 'smog' zitten de Engelse woorden 'smoke' (rook) en 'fog' (mist)). Een hogedrukgebied in de winter staat lang niet altijd garant voor helder en mooi weer, vaak krijgen we met mist en lage bewolking te maken die nauwelijks of helemaal niet verdwijnen bij inversies.

De dag van vandaag zijn de opgelegde milieunormen aan de industrie enorm verstrengd, maar een aantal decennia geleden was dat niet het geval: in december 1930 heeft Wallonië (dat toen sterk geïndustrialiseerd was met bovendien zeer sterk vervuilende industrieën (kolen- en staalindustrie)) en vooral de Maasvallei te maken gehad met zeer hoge concentraties van vervuilende stoffen door de aanwezigheid van een hogedrukgebied met temperatuursinversie. Er vielen 60 doden en duizenden personen moesten naar het ziekenhuis overgebracht worden met ademhalingsmoeilijkheden.

2. In de zomer

De oorzaak van luchtvervuiling in de zomer is verschillend van deze in de winter, en gelinkt aan aan zon en hitte. Inderdaad, tijdens langdurige hitteperiodes met veel zon, wordt het bimoleculaire zuurstof (O2) in de onderste lagen van de atmosfeer onder invloed van de ultraviolette stralen van de zon, getransformeerd in ozon (O3). Dit gas is bijzonder prikkelend voor de ademhaling.

Dit draagt bij tot een verhoogd sterftecijfer tijdens hittegolven, vooral onder de oudere bevolking, die moeilijker de grote warmte kan verdragen. We herinneren ons nog wel de hittegolven en de ermee gepaard gaande ozonvervuiling in de zomers van 2003 en 2006, die vooral in de stedelijke gebieden meer overlijdens hebben veroorzaakt.

1043 bezoekers online

Wie zijn wij ?

In het kielzog van MeteoBelgique zag MeteoBelgië een paar jaar later in 2006 het levenslicht. MeteoBelgië heeft kunnen profiteren van het groeiproces en de vermaardheid van zijn grote broer om aan de Nederlandstalige gemeenschap van ons land een betrouwbare website voor te stellen op het gebied van weersvoorspellingen, klimaatanalyses en realtime waarnemingen.

Volg ons

FacebookTwitter