Klimaat van vroeger: de verschrikkelijke zomer van 1888
- Gegevens
- Geschreven door: Robert Vilmos
Voorwoord
In het kader van onze rubriek 'Klimaat van weleer' blikken we terug op en maken we gedetailleerde analyses van opmerkelijke weerkundige episodes in een ver verleden. We trachten de oorzaken en de gevolgen van deze bijzondere periodes in detail toe te lichten.
Hieronder analyseren we de verschrikkelijk slechte zomer van 1888.
We geven nog mee dat alle waarden (temperatuur, zonneschijnduur) en wolkenbenamingen gehomogeniseerd of aangepast werden zodat vergelijking met de waarnemingen van vandaag perfect mogelijk is.
Inleiding
De zomer van 1888 was de somberste in het waarnemingsstation van Ukkel, opgericht in juli 1886 (heliograaf geplaatst in 1887). Met een neerslagtotaal van 355,9 mm was diezelfde zomer de derde natste in de meetreeks, na 410,7 mm in 2021 en 364,8 mm in 1992.
Vooral de maand juli verliep erg slecht. In Carlsbourg (wat ten noorden van Bouillon) heeft het elke dag geregend in juli 1888, Chimay deed nauwelijks beter met 29 neerslagdagen op 31, en in Ukkel viel meetbare neerslag op 26 van de 31 dagen. Bovendien werd in Ukkel de hoogste gemiddelde relatieve vochtigheid voor een julimaand gemeten met 90%, dit zou zelfs voor een decembermaand een hoog gemiddelde zijn.
Die hoge vochtigheid had natuurlijk gevolgen: vaak een bijzonder lage wolkenbasis voor de zomer. Baraque Michel kreeg af te rekenen met mist gedurende 21 van de 31 dagen van die julimaand.
Met een gemiddelde temperatuur van 13,9 °C mogen we ook spreken van een zeer koude julimaand. In een recent verleden lag de gemiddelde temperatuur van de koude julimaand in 2000 met 15,3 °C nog ruim boven het gemiddelde van juli 1888.
De maand juli 1888 leverde bijzondere weergebeurtenissen op: op 11 en 12 juli - in een luchtmassa die reeds zeer koud was aan de basis - ging de hevige neerslag in Hoog-België zelfs tijdelijk over in sneeuw door isothermie met een sneeuwlaagje tot 2 cm op de Baraque Michel en de Baraque Fraiture, net als in Monschau (Duitsland). Dit is het enige bekend geval van sneeuwval in de maand juli in onze contreien.
De maanden juni en augustus verliepen iets beter, maar niet veel. Wanneer we het geheel van de maanden juni en juli bekijken, stellen we bijzonder hoge neerslagtotalen vast in Hoog-België, met 407 mm op de Baraque Michel, 387 mm in Sart (nabij Spa), 349 mm in Stavelot en 345 mm in Saint-Roch (nabij Durbuy). Ook in het centrum van het land was het erg nat met een neerslagtotaal over deze 2 opeenvolgende maanden van 327 mm in Anderlues, 313 mm in Brussel, 305 mm in Mechelen en 304 mm in Leuven. Maldegem (in het noorden van de provincie Oost-Vlaanderen) bereikte een totaal van 302 mm.
Deze neerslag ging geregeld gepaard met onweer en we mogen stellen dat juli 1888 uitzonderlijk was wat het aantal onweders in een koude luchtmassa betreft. In Turnhout en in Carlsbourg hoorde men de donder weerklinken op 11 dagen, in Ukkel was dit 7 dagen. De onweders waren soms hevig. We kunnen juli 1888 enigszins vergelijken met augustus 2006, een maand met eveneens geregeld onweders in de koude luchtmassa. Het verschil is wel dat het in augustus 2006 duidelijk minder koud was dan in juli 1888.
Franse schilder Henri Saintain : « Paysage près du ruisseau » (1888)
We bekijken nu de zomer van 1888 in de algemene context.
Het jaar 1888 als geheel
Het jaar 1888 moeten we situeren in een veel koudere wereld in vergelijking met vandaag. We situeren ons dan 5 jaar na de zware uitbarsting van de Krakatau vulkaan in 1883 en er is sprake van een mondiale afkoeling die verschillende jaren duurde, zelfs tot aan het einde van het decennium 1880.
De grafiek van de wereldgemiddelde temperatuur laat ons echter geen duidelijke afkoeling zien gelinkt aan de vulkaanuitbarsting. We kunnen enkel zeggen dat de aarde toen gemiddeld 1,2 °C kouder was dan vandaag (2025). In ons deel van de wereld is de klimaatopwarming meer uitgesproken met voor Brussel een verschil van ongeveer 2,9 °C! Het hoeft dus niet te verwonderen dat praktisch alle ‘koude situaties’ uit de 19e eeuw (winterse of zomerse situaties) in het klimaat van vandaag niet meer mogelijk zijn….
Bron : CLIMAT.BE
In tegenstelling tot wat we op wereldvlak zien, was er wel degelijk een een koudere periode in onze streken in de jaren rond 1888. Op basis van de gehomogeniseerde waarden, kunnen we zeggen dat 1888 met een gemiddelde temperatuur van 7,52 °C het derde koudste jaar is sinds het begin van de metingen in Brussel (serie Brussel-Ukkel), na een gemiddelde van 7,02 °C in 1879 en 7,43 °C in 1855. Over de laatste 100 jaar (1925-2024) was het koudste jaar (1963) met een gemiddelde temperatuur van 8,44 °C duidelijk minder koud dan de hierboven vermelde jaren.
Het jaar 1888 bekende kleur vanaf de eerste januari. In Ukkel daalde de temperatuur onder een heldere hemel (op wat cirri na), op een besneeuwde bodem en met een pikante wind uit het zuidoosten, tot -13 °C. Elders in het land werd het nog kouder, tot -17 °C in Maaseik en -18 °C in Aarlen.
Die eerste januari bleef het de ganse dag zonnig en koud, maar nadien veranderde het weer snel en werd het zeer onaangenaam. De volgende dag trad de dooi in: dit ging gepaard met wat regen en motregen maar zonder echte verzachting. Van de 6e tot de 13e hadden we praktisch aanhoudend nevel en mist en dit over het ganse land.
Nadien brengen koude noordoostelijke luchtstromingen de zon terug. Op het einde van de maand worden de temperaturen extreem met minima van -15 °C in Ukkel, -18 °C in Aarlen, -19 °C in Leopoldsburg, -20 °C in Carlsbourg en -25 °C in Bastenaken en in Ville-du-Bois (nabij Vielsalm). Op deze laatste plaats werd een sneeuwlaag tot 50 – 60 cm gemeten in deze januarimaand.
Belgische schilder Florimond Van Caillie – zonder titel (1888)
Februari was opnieuw een erg koude maand met een vervolg van de extreem lage temperaturen tijdens de eerste dagen van de maand tot zelfs -26 °C in Ville-du-Bois. In Bastogne daalde de temperatuur tot -24 °C en in Carlsbourg tot -22 °C. Het minimum in Ukkel bereikte -16 °C, in Maldegem -18 °C en in Leopoldsburg bijna -20 °C. Net als in januari trad na deze zeer koude dagen de dooi in zonder echt door te zetten. De intense koude keerde terug aan het einde van de maand waarbij de temperatuur in de buurt van Luik daalde tot rond -15 °C. In Brussel leidde de uitgesproken koude tot verharde sneeuw wat het voor de paarden zeer moeilijk maakte om voort te bewegen.
Ook tijdens de maand maart bleef echt winterweer ons teisteren. In Ukkel bleef de bodem volledig (of bijna volledig) besneeuwd tot 6 maart ’s morgens met een temperatuur die daalde tot onder -10 °C de eerste van de maand. Ondanks het mooie weer kwam de temperatuur overdag niet boven het vriespunt uit. Nadien werden de condities wisselvalliger met enkele sneeuwbuien.
Na een ‘valse’ lente rond het midden van de maand (zacht maar vochtig en regenachtig) keerden de koude en de winter terug vanaf de 18e. En of het winter werd…Op de 18e, 19e en 20e bereikten de maximumtemperaturen nauwelijks -3 °C à -4 °C in Ukkel, dit met een bijtende wind op de 18e en 19e, een betrokken lucht met wat sneeuw, aanhoudend en soms overvloedig op de 19e. De dikte van de sneeuwlaag bereikte 5 tot 10 cm in Laag- en Midden-België en 10 tot 25 cm in Hoog-België. Het einde van de maand verliep terug zachter maar met reeds onweders, zelfs hevig onweer in het Luikse op de 28e.
Begin april werd het opnieuw koud tussen de 1e en de 13e met geregeld nachtvorst (tot -8 °C op de Baraque Michel) en zeer lage maxima, rond 4 °C op de 5e en de 9e in Ukkel. Er vielen geregeld sneeuwbuien, maar enkel in de ochtend van de 10e gaf dit een besneeuwing in Ukkel. Na de 13e werd het weer zachter maar verstoord met geregeld periodes van regen. De 15e is de enige echte lentedag met zon, wat cumulus- en altocumulusbewolking en 19 °C à 20 °C in het centrum van het land.
De maand mei deed het op zich niet zo slecht met een gemiddelde temperatuur en een zonneschijnduur dicht bij het langjarig gemiddelde. Geregeld liet de lente het toch afweten, met een wind die frequent uit de noordhoek waaide. De 26e was een echte herfstdag met temperaturen die beperkt bleven tot 9 °C, een onaangename noord- tot noordwestenwind en een lucht bedekt met stratocumuli.
De maand juni was het voorportaal van een slechte zomer. De maand begon nochtans veelbelovend: zonnig weer en snel erg zacht, zelfs warm met 27 °C op de 3e in Ukkel. De maand als geheel gaf amper 147 uur zon en een neerslagtotaal van 100,5 mm. Het weer was thermisch wisselvallig met nu eens koel en dan weer warm weer, wat geregeld onweersbuien met zich meebracht. Deze onweders waren geregeld vergezeld van felle neerslag, onder andere aan de stuwdam van de Gileppe, aan Baraque Michel, in Spa en in Stavelot. De maand telde 14 onweersdagen in de streek van Charleroi, Edingen en tussen Brugge en Gent. In de rest van het land lag het aantal onweersdagen rond 10, een echt record voor de waarnemers in die tijd.
Juli verliep nog een stuk slechter met koude, regen en – erg verrassend – frequent onweders ondanks de koude.
Augustus was nauwelijks beter dan juli. Met een gemiddelde temperatuur van 14,6 °C in Ukkel hoort deze maand thuis in de reeks van koude augustusmaanden in dit station. De neerslag was minder frequent en minder overvloedig dan in juli, maar het was vrij somber.
De maand ging van start met natuurgeweld…. Op de eerste van de maand deed zich een tornado voor in Mesen, niet ver van de Kemmelberg, en deze werd onsterfelijk gemaakt door amateur-tekenaar M.C. Vestibule, die het beroep van griffier uitoefende aan het vredegerecht. Deze eerste augustus was geen klassieke onweersdag, de onweersverschijnselen deden zich voor met maxima van slechts 18 °C à 19 °C (deze dag doet ons denken aan 14 augustus 1999).
Buiten de vermelde tornado kwamen ook in de rest van de maand frequent onweders voor, voornamelijk in het centrum van het land. Deze onweders kwamen bovendien vaak voor bij koud weer , zoals bijvoorbeeld op 15 augustus, een dag die somber verliep en met een temperatuur van slechts 12 °C aan het begin van de namiddag. Enkele dagen eerder, op de 12e, toen het wat zachter was overdag, waren de onweders erg actief (zonder twijfel van het type MCS) met soms hagel.
We vermelden nog dat op de 31e 3 waterhozen werden gezien aan de kust in de omgeving van Oostende en De Haan.
September is eindelijk een zonnige maand, maar het was nog steeds te koud voor de tijd van het jaar. Door de overheersende winden uit noord tot noordoost was het ook een droge maand, maar dit werd enigszins gecompenseerd door de overvloedige neerslag op de 29e. De daaropvolgende dag, de 30e, was het erg koud, met nog steeds regenval, men zou enkele sneeuwvlokken gezien hebben in de provincies West-Vlaanderen, de Brabanten en in de Hoge Venen.
Oktober was een zeer koude maand. In Carlsbourg noteerde men al 10 vriesdagen met een absoluut minimum van -5 °C. In Bastenaken kwam het 12 keer tot vorst, in Ville-du-Bois en aan de Baraque Michel 13 keer. Het absoluut minimum van de maand schommelde in deze stations rond -4 °C, ook in de Kempen was dat zo.
Er zouden opnieuw sneeuwvlokken geobserveerd geweest zijn in Brugge (de 5e) en in Antwerpen (de 7e). Aan het einde van de maand was het weer erg zacht met waarden van 18 °C à 19 °C op 27e en 28e in Ukkel met bovendien een vrij mooi weertype. Hiermee kwam een einde aan de bijzonder koude weersomstandigheden van het jaar 1888.
De maanden november en december waren vrij zacht en we kregen geen spectaculaire weersituaties meer. De periode tussen 3 en 8 december bracht zelfs een vleugje lente met mooi weer (behalve op de 5e toen er meer bewolking hing) en temperaturen tussen 8 °C en 10 °C.
De maand juli in detail
1 juli 1888
Zoals de eerste januari voor het hele jaar, zette de eerste juli reeds de toon voor de hele maand. Het was zeer koud voor de tijd van het jaar. ’s Ochtends was het 12 °C in Brussel, en dat was meteen de maximumtemperatuur van die dag. In de namiddag was het 11 °C en ’s avonds 10 °C.
Gestoorde polaire zeelucht uit het noordwesten bereikte ons land (tussen lage druk over de Baltische Zee en hoge druk over de golf van Gascogne).
Met Office – Daily Weather Reports
's Morgens viel er regen, nadien bleef de hemel bedekt met stratocumuli. In de namiddag verschenen er enkele schuchtere opklaringen die met moeite ruimte gaven aan de zon.
2 juli 1888
Na een koude nacht met temperaturen die daalden tot 6 °C in Ukkel is de hemel gesluierd met cirrusbewolking die evolueert in altostratus, vergezeld van wat altocumulus. Stapelwolken vormden zich in de namiddag vooraleer het geheel overgaat in nimbostratus en regen tegen de avond. Het was minder koud met ’s namiddags 18 °C – 19 °C in het centrum van het land.
3 juli 1888
Grijs met stratocumulus. Tegen de avond wat zon, met cumulus en altocumulus. De temperaturen haalden 16 °C – 17 °C in het centrum op het warmste ogenblik van de dag.
4 juli 1888
De lucht is ’s ochtends betrokken, nadien wisselende bewolking met cumulus en cumulonimbus soms vergezeld van onweerachtige buien. Temperaturen bereikten 16 °C – 17 °C tijdens de opklaringen maar bleven een stuk lager tijdens de buien.
5 juli 1888
Flinke regenval ’s morgens, nadien wisselvallig met een afwisseling van stratocumulus en convectieve bewolking en nog enkele buien. De temperaturen stegen met enkele graden.
Brussel in 1888
Belgische kunstschilder Franz Gailliard – Rue Montagne de la Cour
6 juli 1888
Behoorlijk onstabiel weer met talrijke onweersbuien ondanks de lage temperaturen (17 °C – 18 °C tijdens opklaringen).
Bij zonsondergang is het niet het weer om zich op het terras te zetten, met temperaturen van amper 13 °C.
Terras aan het einde van de 19e eeuw, hier in 1884.
Franz Gailliard – Café-terras (Anspachlaan in Brussel)
7 juli 1888
Het weer kalmeert wat maar niet overal. In Brussel wordt de ontwikkeling van cumuli afgeremd met een neiging tot spreiding. Enkele cumulonimbi kunnen zich nog vormen wat resulteert in enkele kleinere buien. Het gaat er heviger aan toe in Florennes en Philippeville met hevige regenval gedurende zo’n 3 uur. Zuidelijker nog, in Mariembourg, werd een arbeider gedood door de bliksem. De stad werd volledig overstroomd. Aan de andere kant van ‘Tussen Samber en Maas’ begint het meer van ‘Eau d’Heure’ te overstromen ten noorden van Cerfontaine en de waterstroom sleurt alles mee.
Een kleine depressie ten westen van Bretagne met uitbreiding over het Kanaal verstoort de wind in de onderste lagen met windschering (ten opzichte van de wind in de hoogte) wat lokaal felle onweders veroorzaakt. Het gaat nog steeds om onweer in een koude luchtmassa aangezien de temperaturen nauwelijks 18 °C bereiken in het centrum van het land.
Met Office – Daily Weather Reports
8 juli 1888
Het weer verbetert met vorming van cumuli die zich in de namiddag horizontaal uitspreiden waardoor het opnieuw grijs wordt. Met noordelijke luchtstromingen blijft het erg fris met 16 °C – 17 °C overdag. Bij zonsondergang is het nauwelijks nog 12 °C in Brussel.
9 juli 1888
Mooi weer vandaag, de enige mooie dag deze maand. ’s Morgens hangt er cirrus en altocumulus, overdag mooi-weer-cumuli. Enkele altocumulusbanken zijn nog voldoende dik om wat regendruppels te lossen. De temperaturen zitten nog steeds niet in de lift. Ondanks dat de zon een grotere rol speelt, bereiken ze amper 18 °C – 19 °C.
Belgische schilder Gustave Walckiers – Grote Markt van Brussel (1888)
10 juli 1888
Het regende ’s nachts en overdag blijft het meestal grijs met cumulus- en stratocumulusbewolking en met altocumuli zichtbaar tijdens opklaringen. De temperaturen gaan in dalende lijn: 15 °C – 16 °C maar slechts 13 °C in de namiddag. In het noordwesten van het land valt lokaal erg veel neerslag, met 58 mm in minder dan anderhalf uur in Maldegem.
11 juli 1888
Thermisch dieptepunt! De temperatuur die nog rond 11 °C – 12 °C lag in Brussel in de ochtend, daalde in het begin van de namiddag na felle regenval tot zo’n 7 °C. In Ukkel daalde de temperatuur tot 5 °C. Sommigen beweren sneeuwvlokken gezien te hebben gemengd met regendruppels in het Terkamerenbos en aan het Brusselse justitiepaleis. In ieder geval werd smeltende sneeuw waargenomen in Chimay.
Over het westen van het land daalde de temperatuur reeds in de ochtendperiode. Een kleine depressie nabij onze kust trok langs de kust van de Noordzee richting het zuiden van Denemarken en zorgde voor storm op zee en een plotse inval van zeer koude polaire lucht.
Met Office – Daily Weather Reports
In Brussel werd het snel betrokken met regen en stevige buien, in Ukkel viel 20 mm neerslag, in Brussel zelfs 24 mm. Getuigen spraken van sneeuwvlokken in de hogere delen van Brussel, de buien gingen zeker gepaard met hagel waargenomen door de weerkundige dienst van de Sterrenwacht in Ukkel. In de namiddag kwam een mengeling voor van stratocumulus en convectieve bewolking met buien die geleidelijk aan verdwenen. De temperatuur die gedaald was tot 5 °C in Ukkel steeg vervolgens weer om zo’n 10 °C te bereiken tegen zonsondergang.
12 juli 1888
De zeer koude lucht komt aan over het oosten en zuiden van het land in de nacht van de 11e op de 12e juli, er viel smeltende sneeuw in Spa, in Dison en in Vielsalm. De temperaturen op ongeveer 500 meter hoogte liggen tussen 3 °C en 4 °C en dalen zelfs tot 1 °C in de Hoge Venen….waar sneeuw op de bodem blijft liggen. Zowel op de Baraque Fraiture, op de Baraque Michel als in Monschau (Duitsland) lag tot 2 cm sneeuw op de bodem. Dit blijft uniek in de Belgische weergeschiedenis, en zeker ook in de waarnemingsreeks van Monschau.
In Brussel is het ergste voorbij maar de lucht bljift betrokken (nimbostratus) e nde temperaturen bereiken slechts 12 °C – 13 °C. Enige troost: minder hevige neerslag en slechts 2 tot 3 mm neerslag.
Kilte aan zee
Belgische schilder Jan Van Beers – Oostende (1888)
13 juli 1888
Het is tijdelijk mooi weer. De zon schijnt tussen cirrus- en altocumulusbewolking terwijl enkele cumuli zich vormen. ’s Avonds neemt de bewolking toe, de voorbode van nieuwe regen. De temperaturen halen 15 °C – 16 °C.
14 juli 1888
Opnieuw een grijs en somber weerbeeld met stratusbewolking en motregen. In de namiddag doen de opklaringen een poging om zich te manifesteren maar de lucht blijft gesluierd met cirrostratus, vergezeld door altocumulus. De temperaturen blijven aan de lage kant: 16 °C – 17 °C overdag, 13 °C in de avondperiode.
15 juli 1888
Eindelijk bereikt ons iets zachtere lucht met zo’n 20 °C in Brussel, maar de lucht blijft melkachtig met dichte cirrus en cirrostratus, evoluerend in altostratus en nadien gemengd met altocumulus.
Marc De Coster – Leuvense poort in Brussel (1888)
16 juli 1888
De lucht blijft zacht, als we mogen spreken van zacht weer bij temperaturen van 19 °C – 20 °C in juli. ’s Morgens regent het, nadien blijft de lucht gesluierd met cirrus en cirrostratus, met enkele cumuli die zich kunnen ontwikkelen, nadien neemt de bewolking verder toe. Het regent opnieuw, zelfs vrij veel met 18 mm neerslag in Ukkel en 21 mm in Brussel!
17 juli 1888
18 °C en zeer onstabiel weer met talrijke onweersbuien. Om 19h30 barst een fel onweer los boven Brussel.
Met Office – Daily Weather Reports
18 juli 1888
Nog steeds fris: 18 °C overdag, 15 °C ’s avonds. Nog steeds geen mooi zomerweer met stratocumulus en cumulus, nadien wat onstabielere cumuliforme bewolking vooraleer een nieuwe regenzone naderde, met nimbostratus ’s avonds.
19 juli 1888
De regenzone is nog steeds present met eerst motregen onder stratusbewolking en nadien meer intense regen onder een nimbostratus. Pas ’s avonds verschijnen er opklaringen. De maxima bereiken 16 °C – 17 °C maar in de namiddagperiode is het amper 14 °C – 15 °C!
20 juli 1888
Een tweede keer wordt het praktisch 20 °C in Brussel, maar met onweders als keerzijde van de medaille.
21 juli 1888
19 °C. De hemel is bedekt met stratocumulusvelden waaruit soms een beetje regen valt. Er kwamen bredere opklaringen aan het einde van de namiddag, met zelfs een nagenoeg heldere lucht. Het was een tijdje geleden dat we dit nog meegemaakt hadden. Enkel in de verte, nabij de horizon, zien we wat hoge cirrusbewolking.
Belgische schilder Jules Raeymaekers – "Soirée en Ardenne" (1888)
22 juli 1888
Een vleugje zomer: de temperatuur bereikte 22 °C in Ukkel en zelfs 23 °C in het centrum van Brussel. Het weer is echter niet echt mooi. Er kwamen wat cumuli voor onder een deken van cirrus- en cirrostratusbewolking dat geleidelijk aan dikker werd.
23 juli 1888
’s Morgens reeds laf weer. ’s Nachts had het geonweerd met veel neerslag. Om 8 uur was het reeds 19 °C met altostratus- en altocumulusbewolking. Op datzelfde ogenblik onweerde het hevig in Antwerpen: de bliksem sloeg in op verschillende plaatsen, gedurende een uur regende het hevig met als gevolg dat het water door de straten stroomde. In het station verdwenen de sporen onder het water en hadden reizigers alle moeite om op de trein te stappen (Bron: krant ‘Le Soir’).
Nadien zorgden enkele opklaringen tijdelijk voor een temperaturstijging tot 21 °C vooraleer een nieuwe regenzone ons bereikte en de temperaturen opnieuw daalden. ’s Avonds was het slechts 13 °C.
Op de kaart hieronder merken we goed de scheiding tussen de zuidoostelijke stromingen (zachter en continentaal) en de zuidwestelijke stromingen (maritiemer en gevoelig frisser) die ons vrij snel bereikten.
Met Office – Daily Weather Reports
24 juli 1888
Onder een grijze hemel met stratocumulus- en cumulusbewolking bereikte de temperatuur 19 °C in Brussel.
25 juli 1888
Met 22 °C à 23 °C in het Brusselse waren 22 en 25 juli de warmste dagen deze maand. De zomerse grens van 25 °C werd dus niet bereikt, noch in Brussel noch in de andere steden van het land. Enkel op enkele plaatsen in de Kempen en in de streek ‘Tussen Samber en Maas’ werd het nipt zomers.
Deze tweede dag met bijna zomerse temperaturen in Brussel ging niet gepaard met echt mooi weer. Het was bewolkt tot zwaar bewolkt met stilaan onstabiliteit wat uitmondde in onweer. Na de onweders koelde het af met temperaturen van ongeveer 17 °C rond zonsondergang.
26 juli 1888
Het bleef fris (18 °C à 19 °C in Brussel) maar het was geen slechte dag met een wisselende bewolking (altocumulus en cirrus) en wat cumuli die duidden op nog wat onstabiliteit. .
27 juli 1888
Opnieuw een zomertje in mineur, maar beter dat dan niks. Bewolkte periodes en opklaringen wisselden elkaar af, met cirrus, altocumulus en cumulus, dit bij temperaturen tot 21 °C in het Brusselse.
28 juli 1888
Grijs met regen en temperaturen van amper 16 °C!
29 juli 1888
Grijs weer met enkele opklaringen na de middag met nog cumulus en altocumulus. Weinig verandering in de temperaturen. .
30 juli 1888
Temperaturen tot 17 °C, betrokken met regen en motregen resulterend in veel neerslag. In Ukkel viel 27 mm, in de streek van Moeskroen zelfs 48 mm.
Een tornado trok iets na 18 uur van zuid naar noord over Moeskroen iets na 18 uur met behoorlijk wat schade (beschadigde schoorstenen, weggewaaide daken). De weersituatie was nogal complex met kleine depressies (meso-depressies) die voldoende windschering opleverden om een tornado te laten ontstaan.
Met Office – Daily Weather Reports
31 juli 1888
Het weer op de laatste dag sluit perfect aan bij het weer we nagenoeg de ganse maand kregen: fris en bewolkt tot zwaar bewolkt (mengeling van stratocumulus en convectieve bewolking) met onweders. De temperaturen bereikten in het Brusselse op het warmste ogenblik van de dag 17 °C – 18 °C.
Conclusie
Men zou geneigd zijn om de zomer van 1888 te vergelijken met slechte zomers van de 21e eeuw, meer bepaald deze van 2021.
Het klopt dat wat de neerslag betreft de zomer van 2021 alle records breekt. Met een neerslagtotaal in Ukkel van maar liefst 410,7 mm was de zomer flink natter dan deze van 1888 die ‘maar’ 355,9 mm opleverde.
De neerslaghoeveelheden gemeten tussen 15 en 17 juli 2021 waren extreem met 271,5 mm in Jalhay en 217,1 mm in Spa. Deze totalen gemeten op amper 3 dagen hebben geleid tot de zwaarste overstromingen die ons land ooit gekend heeft. Dergelijke overstromingen hebben zich niet voorgedaan in de zomer van 1888.
Naast de intensiteit van de neerslag is ook de urbanisatiegraad rond de rivieren in 2021 niet meer te vergelijken met de situatie van 1888 wat eveneens een belangrijke factor is bij het zich voordoen van overstromingen.
Heel wat zaken zijn veranderd in vergelijking met het einde van de 19e eeuw, ook op vlak van de meest rampzalige weersituaties.
Wanneer we de andere parameters van de zomer 2021 van naderbij bekijken, vallen de verschillen goed op.
De zonneschijnduur bereikte in Ukkel in de zomer van 2021 513h 21min, en slechts 401h 20min in 1888.
Op vlak van temperatuur zou de zomer van 2021 – met een gemiddelde van 17,9 °C) een vrij warme zomer geweest zijn in de 19e eeuw. In ons huidig klimaat staat dat zomergemiddelde van 17,9 °C naast de gemiddelden van de zomer van 2018 (19,8 °C), 2019 (19,1 °C), 2020 (18,8 °C), 2022 (19,6 °C), 2023 (18,9 °C) en 2024 (18,3 °C).
Een zomer dus die wat frisser was dan in de jaren ervoor en erna waardoor sommigen deze bestempelden als ‘een slechte zomer’.
Overstroming van de Vesder in Nessonvaux, 15 juli 2021 – Foto : Samina Verhoeven van Belgorage.
Wat is er duidelijk veranderd in vergelijking met 1888?
De temperaturen liggen hoger, dat is voor niemand nog een geheim. Maar dat is niet alles…alle luchtmassa’s zijn warmer geworden, dus ook de maritieme luchtmassa’s. De regens die we destijds kenden, hebben de neiging om intenser te worden, maar het regent minder lang. Daarmee samenhangend is het ook zo dat opklaringen zich sneller manifesteren wat een impact heeft op de zonneschijnduur. De ‘slechte zomers’ zoals deze van 2021 zijn niet zo somber dan de somberste zomers in de 19e eeuw.
Een andere niet te onderschatten factor is de toename van het aantal periodes met een blokkade. We spreken hier zowel over ‘hogedrukblokkades’ met lange droogtes tot gevolg, als over blokkades waarbij depressies aanhoudend het weer bepalen met intense en repetitieve neerslag over lange periodes. Dit wordt duidelijk zichtbaar in de statistieken. De gemiddelde jaarlijkse neerslaghoeveelheden evolueren weinig, maar de variabiliteit van jaar tot jaar wordt steeds groter. Droogterecords en recordnatte periodes volgen elkaar steeds sneller op, zelfs van het ene seizoen op het andere.
Zo was de zomer van 2021 erg vochtig terwijl de zomer van het jaar erop juist droog verliep. De lente van 2024 was zeer nat en deze van 2025 extreem droog. Dit zijn slechts enkele voorbeelden tussen vele andere om te illustreren dat extremen elkaar steeds sneller opvolgen, vooral op vlak van neerslag.
We kunnen besluiten dat ‘slechte zomers’ nog bestaan de dag van vandaag, zoals de zomers van 2021 en 2024. Het zijn echter niet meer dezelfde als voorheen…Een slechte zomer kan de dag vandaag bijzonder nat verlopen maar is minder somber dan voorheen en is niet zo koud als voorheen.
In de toekomst zullen hete droge zomers afwisselen met vochtige, warme en onweerachtige zomers en zelden koud. In beide gevallen zullen we moeten leren omgaan met onaangename warmte en met enerzijds overstromingen en anderzijds uitdroging van de bodem, zelfs met bosbranden die in de toekomst ook in ons land een realiteit zouden kunnen worden.
Bronnen
- Site « CLIMAT.BE »
- Annales de l’Observatoire Royal, 1888
- Annuaire de l’Observatoire Royal, « Le climat de la Belgique en 1888 par A. Lancaster », 1889
- Ciel et Terre, « Revues climatologiques mensuelles » par A. Lancaster, janvier à décembre 1888
- Met Office, « Daily Weather Reports », 1888
- KBR BelgicaPress, « BelgicaPress » et « BelgicaPeriodicals »
- Région de Bruxelles-Capitale, « Inventaire du patrimoine mobilier »