Droogte 2023 : Lange droogteperiode in ons land
We beleefden de voorbije weken een lange droge periode met weinig of geen neerslag in ons land. Het gebrek aan neerslag in combinatie met droge lucht en de laatste 2 weken ook hoge temperaturen heeft ertoe geleid dat de bovenste lagen van de bodem snel konden uitdrogen. De talrijke gele grasvelden en verdorde planten zijn een duidelijk signaal dat de natuur snakt naar water.
In Ukkel viel geen meetbare neerslag van 16 mei tot en met 16 juni (32 opeenvolgende dagen).
Het record dateert uit het voorjaar van 2007: toen viel tussen 31 maart en 5 mei (36 opeenvolgende dagen) geen neerslag te Ukkel. Vóór 2007 was de langste droogteperiode deze van augustus - september 1959 (30 dagen).
In de tabel hieronder vinden we een oplijsting van de 10 langste droogteperiodes in het centrum van het land sinds het begin van de meetreeks in 1892 (lees: aantal opeenvolgende dagen zonder meetbare neerslag). We merken dat deze droogteperiodes zich voornamelijk hebben voorgedaan tijdens het voorjaar en het zomerseizoen, toch vinden we één vrij lange droge periode terug in de late herfst (1991).
Uiteraard is het zo dat in België nog andere droogteperiodes zijn voorgekomen waarin gedurende een aantal weken of zelfs enkele maanden weinig neerslag viel. We denken bijvoorbeeld aan de legendarische zomer van 1976, maar ook aan het jaar 1921. Ook de laatste 5 jaren zijn we al geregeld met de gevolgen van droogte geconfronteerd geweest. Dat alle droogteperiodes niet zijn opgenomen in de tabel, heeft te maken met het feit dat binnen die droge periodes toch af en toe een weinig neerslag viel zodat het aantal opeenvolgende 'volledig droge dagen' minder hoog lag. De gevolgen voor de natuur en voor verschillende sectoren waren daarom niet minder belangrijk.
Tabel 1: Langste droogteperiodes in Brussel - Ukkel (sinds 1892) | ||||
31 maart - 5 mei 2007 | 36 d | |||
16 mei - 16 juni 2023 | 32 d | |||
22 augustus - 20 september 1959 | 30 d | |||
7 augustus - 4 september 1947 | 29 d | |||
28 juli - 22 augustus 1995 | 26 d | |||
19 maart - 11 april 1893 | 24 d | |||
21 november - 14 december 1991 | 24 d | |||
14 oktober - 5 november 1897 | 23 d | |||
19 mei - 10 juni 1939 | 23 d | |||
21 maart - 12 april 2020 | 23 d | |||
Bron: KMI |
Niet alleen in het centrum van het land, maar ook in de meeste andere streken viel na 16 mei weinig of geen neerslag meer (in Ransberg bleef het droog van 13 mei t/m 17 juni: 36 dagen). In sommige streken viel toch enige neerslag: zo trokken op 11 juni in de loop van de dag een aantal regen- en onweersbuien over delen van de provincies Henegouwen, Oost- en West-Vlaanderen (onstabiliteit verbonden aan een thermisch lagedrukgebied over Frankrijk). Ze gaven geen aanleiding tot bijzonder grote neerslaghoeveelheden: in Melle viel 3,1 mm neerslag, in Beitem 4,6 mm en in Assebroek en Lichtervelde zo'n 7 mm.
Het weer in onze streken werd in de tweede helft van mei en de eerste helft van juni aanhoudend bepaald door hogedrukgebieden waardoor neerslagzones ons niet of nauwelijks konden bereiken.
De droogteperiode werd voorafgegaan door een voorjaar dat voor een groot gedeelte nat verliep: in Ukkel werd over de 3 lentemaanden (maart, april en mei) in totaal 241,6 mm neerslag gemeten (ref. periode 1991-2010: 165,6 mm), we kregen dus ruim één maandsom te veel neerslag in vergelijking met het langjarig gemiddelde. Het teveel is voornamelijk te wijten aan de zeer regenachtige maand maart: in Ukkel viel 126,5 mm neerslag (ref. periode 1991-2010: 59,3 mm), De maand april was eveneens natter dan gemiddeld met 66,3 mm tegenover gemiddeld 46,7 mm (hoewel het teveel minder uitgesproken was). In de maand mei concentreerde de neerslag zich in de eerste 12 dagen van de maand, in Ukkel voornamelijk tussen de 9e en de 12e mei: die 4 dagen waren goed voor 43,9 mm neerslag (hetzij 90 % van de maandsom die 48,8 mm bedroeg).
Vanaf de 13e bleef het in Ukkel (en op veel andere plaatsen) grotendeels droog voor meerdere weken (in Ukkel viel nog 0,7 mm op de 15e)..
Ondanks de natte voorgeschiedenis droogde de bovenste laag van de bodem snel uit en bleven de gevolgen niet uit: we denken bijvoorbeeld aan de brand die zich eind mei voordeed in het natuurreservaat van de Hoge Venen.
Foto: Alexis Papapanayotou
Ongewoon is dit niet in het voorjaar: het zeewater is relatief koel in de lente, het land kan onder invloed van de zon flink opwarmen, wat dus de relatief grote temperatuurverschillen verklaart.
Ook de eerste dagen van juni was het aanhoudend een stuk koeler aan zee met maxima die onder 20 °C bleven en hoogstens 16 °C à 17 °C haalden.
We merken bovendien op dat het in de periode eind mei/begin juni ook algemeen in het westen van het land wat frisser bleef ten opzichte van het oostelijke binnenland: vergelijk in tabel 2 bijvoorbeeld de stations van Beitem (Roeselare) en Kleine Brogel (Peer).
Tabel 2: Maximale temperaturen (in °C) | ||||
Datum | Zeebrugge | Beitem | Ukkel | Kleine Brogel |
21 mei | 14,4 | 18,6 | 21,8 | 24,3 |
31 mei | 14,7 | 23,8 | 24,7 | 26 |
1 juni | 14,4 | 19,3 | 21,9 | 22,3 |
5 juni | 14,5 | 20,6 | 23,4 | 25,2 |
10 juni | 26,9 | 31,1 | 30,2 | 31,5 |
Bron: Ogimet (Zeebrugge) - KMI (andere stations)
Het spreekt voor zich dat we vanaf de 9e ook een verdere stijging kregen van de maxima in het binnenland: vanaf de 8e bereikte het maximum in Ukkel meer dan 25 °C, op de 10e, 11e en 12e werd het 3 keer meer dan 30 °C (respectievelijk 30,2 °C, 31,2 °C en 30,1 °C) waardoor we vanaf 12 juni konden spreken van een hittegolf (een periode van minstens 5 opeenvolgende dagen met maxima >= 25 °C waarvan minstens 3 dagen met maxima >= 30 °C). Ook op meerdere andere plaatsen in het binnenland kregen we 3 hittedagen (Max >= 30 °C) op rij. Vanaf de 13e werd het iets minder warm maar de maxima lagen steeds boven 25 °C in Ukkel tot en met de 17e. Op de 18e bereikte het maximum in Ukkel 24,3 °C zodat de hittegolf ten einde kwam. We beleefden een relatief vroege hittegolf die 10 dagen aanhield (8-17 juni). In het verleden maakten we hittegolven mee eerder in het voorjaar: de vroegste was deze van 1998 en duurde 5 dagen van 9 tot 13 mei.
Over het algemeen koelde het nog relatief goed af tijdens de warme periode, tropische nachten (Min >= 20 °C) deden zich niet voor: het hoogste minimum in Ukkel noteerde men in de nacht van 9 op 10 juni met 18,3 °C. Tijdens sommige nachten koelde het zelfs flink af met in de Oostkantons en de Hoge Venen temperaturen die lokaal tot onder 5 °C daalden: zo was het minimum in Elsenborn op 28 mei en 4 juni respectievelijk 1,5 °C en 1,6 °C, in sommige valleien werd het nog wat kouder. Een goede uitklaring en weinig wind spelen een rol in die behoorlijke afkoeling maar ook het feit dat we met erg droge lucht te maken hadden.
Door de warmte van de voorbije weken is de maand juni goed op weg om een van de warmste te worden in de meetreeks (sinds 1833). De gemiddelde temperatuur bedroeg te Ukkel tot en met 17 juni 20,3 °C. De warmste junimaanden dateren uit 1976 en 2003 met een gemiddelde van 19,3 °C. .
Ter vergelijking: in een gemiddelde Belgische zomermaand (30 of 31 dagen) krijgen we zo'n 200 uur zon.
En wat is de rol van de klimaatverandering?
De toekomst zal uitwijzen of we inderdaad in toenemende mate met blokkades in het algemeen (en droogteperiodes in het bijzonder) zullen te maken krijgen.
12 juni 2023: Gent na bijna een maand met weinig of geen neerslag en een vaak uitdrogende wind.
Foto: Koen Vandenbussche